Ik constateer, dat dit niet het geval is. Ik stel derhalve vast, dat de notulen ongewijzigd zijn goedgekeurd, onder dankzegging aan hen, die voor de samenstelling ervan hebben gezorgd. Punt 3. Voorstel de vacature in het Bestuur, ontstaan door het aftreden per 1 januari 1971 van dr. A. J. Verhage door diens be noeming tot voorzitter van de Hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A., niet te vervullen en het aantal bestuursleden tot vier terug te brengen. De voorzitter: Dames en heren. Ik zal zo dadelijk de heer Van Lynden van Sandenburg, voorzitter van het Bestuur, verzoeken dit agendapunt toe te lichten. Ik zou echter, alvorens dit te doen, enkele woorden aan het adres van de heer Van Lynden van Sanden burg willen spreken. Ik kan niet zeggen, dat ik hem met enkele woorden bij u introduceer, want wanneer ik dat zou doen, zou dit niet juist zijn, aangezien de heer Van Lynden van Sandenburg zowel in den lande als en dit wel zeer in het bijzonder in onze orga nisatie geen onbekende is. U was, mijnheer Van Lynden van Sandenburg, jaren onder-voorzitter van het Bestuur. Ik herinner mij, dat u een aantal jaren geleden, bij ontstentenis van de voorzitter van het Bestuur, in uw kwaliteit van ondervoorzitter van het Bestuur een toelichting op de jaarstukken in de Algemene Vergadering hebt gegeven. Sinds het begin van dit jaar bent u voorzitter van het Bestuur. Ik mag wel zeggen, dat wij, leden van de Raad van Toezicht, het op prijs stellen, dat u dit hebt willen doen. U bent weliswaar gepensioneerd als Commissaris der Koningin, maar wij weten, dat u nog een zeer druk bezet leven hebt en wij waarderen het, dat u uw beleidscapaciteiten nog enige jaren met nog steeds aanwezige vitaliteit ten dienste van onze organisatie wilt stellen. Mag ik u thans het woord verlenen ter toelichting van punt 3 van de agenda? De heer Van Lynden van Sandenburg (voorzitter van het Bestuur): Mijnheer de voorzitter. Ik dank u zeer voor de woorden, waarmede u mij hebt welkom geheten in deze nieuwe functie. Ik hoop deze gedurende een korte tijd te mogen vervullen. Dat houdt dus in, dat een voorzitter van het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank op een gegeven moment niet meer nodig is. Ik hoop en geloof met de gehele organisatie, dat die tijd inderdaad niet te lang zal duren. Ik hoop echter gedurende die tijd het ver trouwen, dat de organisatie in mij heeft gesteld, niet te beschamen en een steentje te kunnen bijdragen aan het welzijn en de verdere ontwikkeling van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank. Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Ik geloof, dat mijn toe lichting op dit agendapunt heel kort zal kunnen zijn. U kent allen de reden waarom de heer Verhage ons heeft verlaten. Aanvankelijk bestond het voornemen de daardoor ontstane vacature te vervullen en het was eigenlijk een droeve reden waarom wij op dat aan vankelijke voornemen terugkwamen. Want wat geschiedde? In het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eind hoven ontstond ook een vacature door het plotseling overlijden 7

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1971 | | pagina 9