enerzijds en de veevoederleverende coöperaties anderzijds. Ook
de banken leveren hieraan een belangrijke bijdrage door verstrek
king van krediet.
De coöperatieve pluimveeslachterijen danken zelfs hun ontstaan
aan andersoortige coöperaties; in het zuiden namen de eierafzet-
coöperaties destijds het initiatief tot oprichting van een pluimvee
slachterij; later zijn ook de veevoedercoöperaties deelnemers in
deze onderneming geworden. De coöperatieve pluimveeslachterij
N.V. Wezep heeft alleen centrale aankoopcoöperaties als aandeel
houders.
Ik acht het ook van groot belang, dat de coöperaties tijdig een
openhartig overleg met elkaar voeren wanneer zij zich bewegen
(of plannen hebben in die richting) op het pad van de „diversifi
catie". Ten aanzien van de diversificatie, d.w.z. over de noodzaak
daarvan, heb ik zelf nog geen afgerond oordeel. Ik moet zeggen,
dat ik een beetje huiverig sta tegenover een uitbreiding van activi
teiten door coöperaties, die hun op gebieden brengen, die nauwe
lijks meer enig verband houden met de hoofdactiviteit. Ik weet, dat
er diverse argumenten zijn om een dergelijk beleid te voeren:
produktie- en distributieverwantschap e.d. Men spreekt tegenwoor
dig van voedselpakketten, die door de landbouwcoöperaties zou
den moeten worden aangeboden. Wanneer men dit pakket pro
beert samen te stellen uit een aantal artikelen, waarbij verschillen
de coöperaties zijn betrokken, lijkt dat wel aantrekkelijk. Ik dacht
dat de oprichting van de N.V. Groenhoven, waarin een aantal grote
coöperaties samenwerken ter zake van de toelevering van levens
middelen aan grootwinkelbedrijven en grootverbruikers, uit deze
opvatting is geboren.
Door deze vorm van samenwerking kunnen ook informaties wor
den uitgewisseld en eventuele diversificatieprogramma's van de
deelnemers voor gemeenschappelijke rekening worden opgezet
resp. gecontinueerd. Hierdoor kunnen nieuwe mogelijkheden voor
een verdere valorisatie van onze landbouwprodukten worden ge
creëerd. Het laatste woord is hierover nog niet gesproken.
Reeds eerder is men het er wel over eens geworden, dat de
landbouwcoöperaties niet zelf grootwinkelbedrijven moeten gaan
exploiteren, zoals weieens werd gesuggereerd. Er zouden zoveel
soorten artikelen in die ondernemingen moeten worden gevoerd,
die niet door de landbouw worden geleverd, dat de risico's van'
deelname in deze branche onevenredig groot zouden zijn. Nog af
gezien van het feit, dat wij ons de nodige deskundigheid en het
nodige kapitaal zouden moeten verschaffen, hetgeen zeker geen
eenvoudige opgave zou zijn. Ik beschouw daarom de houdster
maatschappij N.V. Groenhoven als een interessant experiment voor
nieuwe ontwikkelingen, al sta ik ietwat gereserveerd t.o.v. activi
teiten, die nauwelijks meer enig verband hebben met de agrarische
sfeer.
Overigens kan bij de diversificatie nog onderscheid worden ge
maakt tussen activiteiten, die de kosten per eenheid produkt van
de coöperatie drukken, bijvoorbeeld het „meenemen", hetzij in de
produktie, hetzij in de distributie van limonade door een zuivel
fabriek. Hoewel.... de rentabiliteit van een dergelijk nevenprodukt
48