geen invloed meer op wat er straks gaat gebeuren. Wij willen nü die invloed tot uitdrukking brengen, (applaus). Ik dacht, mijnheer de voorzitter, dat een ieder die bij het komen de overleg betrokken is het op hoge prijs zou moeten stellen, te weten hoe de leden over dit alles denken. In dit licht bezien heeft deze uitspraak mijns inziens bepaald zin. Ik handhaaf dan ook gaarne deze motie, die ik herhaal het niet moet worden gezien als een uiting van afkeuring die naar het hoofd van het Bestuur wordt geslingerd, (applaus). De heer Van Lynden van Sandenburg (voorzitter van het Bestuur): Mijnheer de voorzitter. Ik dank de heer Vondeling voor diens nadere toelichting. Ik kan begrijpen, dat de heer Vondeling zijn motie wenst te handhaven. De juistheid van die handhaving staat niet ter mijner beoordeling. Dit neemt niet weg, dat ik vermoed dat zij wel zal worden aangenomen omdat er weinig verschil van mening over de inhoud van de ideeën bestaat. Men verschilt slechts van oordeel over het antwoord op de vraag op welke wijze het gewenste het best kan worden bereikt. Ik verneem gaarne van de heer Vondeling of hij ermede akkoord gaat dat wij de motie, na aanvaarding door de Algemene Vergade ring mede ter behandeling voorleggen aan de commissie van acht tien en de Centrale Ringvergadering; uiteraard zullen wij haar zelf ook behandelen. Ik hoor ook graag, of de heer Vondeling ermede kan instemmen dat in plaats van ,,een zoveel mogelijk onverkorte handhaving" wordt gelezen „een zoveel mogelijke handhaving", omdat deze constructie taalkundig gezien juister is. De heer Vondeling (Oosterwolde): Mijnheer de voorzitter. Wij raken nu verzeild in een taalkundige kwestie. Ik was eerlijk gezegd ook niet zo gelukkig met deze (in een later stadium gewijzigde) tekst. Ik zou liever in de motie hebben gezet, dat wij willen streven naar een mate van zelfstandigheid die in grote trekken overeen komt met wat wij in onze organisatie kennen. Dat zou taalkundig gezien een nog betere oplossing zijn dan hetgeen de heer Van Lynden nu voorstelt, (applaus). Ik ben echter bang, dat wij dan verstrikt raken in allerlei taal kundige kwesties. Ik ga dan ook akkoord met het door de heer Van Lynden voorgestelde. Ik wil wel vastgelegd zien, dat de weg lating van het woord „onverkort" niet mag betekenen, dat er te veel water in de wijn wordt gedaan, (applaus). Wij spreken nu over de letter van de motie, maar ik zou graag willen dat het Bestuur de geest van de motie tot de zijne maakte, (applaus). De heer Van Lynden van Sandenburg (voorzitter van het Bestuur). Mijnheer de voorzitter. Ik geloof, dat de geest van de motie, mede na de toelichting van de heer Vondeling, wel duidelijk is. In zijn toelichting heeft hij namelijk uitdrukkelijk gezegd, dat met de woor den „zoveel mogelijk" werd bedoeld, dat men over de kwestie van de autonomie zou kunnen spreken, maar dat dit niet zou mogen inhouden, dat op een gegeven moment zou blijken, dat dat „zoveel 34

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1971 | | pagina 36