Disbergen ook gedaan. Van die kant wordt gezegd: Wij hebben
vertrouwen, maar onze manier om dat naar voren te brengen, is
iets anders; wij voelen ervoor dat in de vorm van een rede naar
voren te brengen; welnu, hier heb je die rede, steek haar in je zak
en lees haar eens over als je thuis bent; wij hebben geen behoefte
aan een motie. Ook hieraan til ik persoonlijk niet zwaar, want hoe
een en ander zal moeten gebeuren zal de Algemene Vergadering
moeten weten.
Dames en heren. Ik zou u dus willen adviseren, als ik het zo
mag zeggen, en ik ben benieuwd of datgene wat ik heb gezegd
voor de heer Vondeling en de zijnen misschien reden is om een
stapje in mijn richting te doen de motie in stemming te doen
brengen, opdat wij goed weten wie erachter staat en wie niet. Laten
wij het stuk vervolgens aanbieden aan de Centrale Ringvergadering,
die zal worden gehouden, zodat bij de besprekingen, die van de
zomer zullen worden gehouden, daarmede rekening zal kunnen wor
den gehouden en wij daarop zullen kunnen terugvallen, wanneer
men later met voorstellen komt. Men zal dan in de commissie van
18, in de Centrale Ringvergadering, in de Raad van Toezicht en in
het Bestuur daarover zijn licht kunnen laten schijnen. Van de heer
Vondeling zou ik daarom nog graag willen horen, of de mogelijk
heid bestaat, dat hij en de zijnen daarmede akkoord gaan. Ik geloof,
dat, wanneer dat in Friesland mogelijk zou zijn, men in Zeeland ook
wat gelukkiger zou zijn, in die zin dat men daar zou zeggen: ook
wij zouden dat prefereren.
Ik geloof, dat dan ook de banken Apeldoorn en Cothen-Langbroek
de heer Mocking sprak overigens niet zozeer over de motie als
wel meer in het algemeen ermede akkoord zullen kunnen gaan.
Het is dan misschien zelfs mogelijk om bij acclamatie de Centrale
Ringvergadering te vragen hieraan aandacht te besteden, (applaus).
De heer Vondeling (Oosterwolde): Mijnheer de voorzitter. De
heer Van Lynden, de nieuwe voorzitter van ons Bestuur, is mij op
zeer sympathieke wijze tegemoet getreden, hetgeen ik op hoge
prijs stel. Hij heeft ons gevraagd, of wij er wel goed aan doen,
deze motie naar het hoofd van het Bestuur te slingeren. Ik herhaal,
dat er geen sprake van wantrouwen is doch dat wij in deze ver
gadering de leden om een uitspraak willen vragen, waarmede het
Bestuur bij het toekomstige beleid, vooral dat inzake de autonomie
van de plaatselijke banken, rekening kan houden. Er is dus geen
sprake van afkeuring. Wij willen slechts weten en het Bestuur
zou dit ook moeten wensen wat er in de organisatie leeft en
daarin is deze Algemene Vergadering nu eenmaal de hoogste in
stantie. Een bestuur dat een goed beleid wil voeren, zal er toch
van verzekerd moeten zijn, dat de organisatie als geheel achter
hem staat? De bedoeling van de motie is, duidelijk te maken wat
wij, hier bijeen, door u in het overleg met Eindhoven gehandhaafd
willen zien.
Mijnheer de voorzitter. De heer Van Lynden heeft gezegd, dat
op vele wijzen aan ons verlangen tegemoet wordt gekomen. Wij
vinden dit geweldig, ook geweldig sympathiek. Wanneer wij die
uitspraak niet doen, hebben wij echter als Algemene Vergadering
33