zullen zijn dat in geen van beide organisaties daarvan vreemd
wordt opgekeken.
Het ligt in de bedoeling om naast dit gemeenschappelijke overleg
de aangesloten banken ook regelmatig schriftelijk te informeren
over de voortgang van de besprekingen op alle gebieden. Ik heb
u daarstraks al gezegd, dat de arbeid van de werkgroepen vooral
technische problemen van de beide Centrale Banken betreft. U
moge zich er echter van overuigd houden dat, vooral wanneer deze
technische problemen een weerslag hebben op het werk van de
aangesloten banken, er ook over deze vraagstukken volledige be
reidheid tot overleg bestaat.
De weg, die op deze wijze wordt gegaan, kan misschien wat in
gewikkeld of lang lijken, de vraagstukken, welke wij tot een op
lossing moeten brengen om tot een goed en verantwoord gestruc
tureerde nieuwe organisatie te komen, vereisen echter aller aan
dacht. Juist daarom is een regelmatig overleg noodzakelijk, waarin
alle aspecten van de integratie van beide organisaties aan de
orde kunnen komen. Dit heeft ook nog een ander voordeel. Bij vele
fusies in het bedrijfsleven moeten de daaruit voortvloeiende moei
lijkheden worden opgelost, nadat de fusie tot stand is gekomen.
De opbouw van onze beide organisaties vereist, dat bij ons de
oplossingen moeten worden gevonden vóór de fusie tot stand komt.
Ik geloof dat dit vele voordelen geeft en, wanneer wij in het op
lossen van deze vraagstukken slagen, een grote waarschijnlijkheid
biedt dat wij dan na een besluit van de beide algemene vergade
ringen met een goed gestructureerde organisatie in zee gaan. Dat
zal de mogelijkheid bieden om in die nieuwe organisatie een kracht
te ontwikkelen, die groter zal zijn dan de kracht die de beide nu
nog bestaande, afzonderlijke coöperatieve bankorganisaties ge
zamenlijk zouden kunnen opbrengen. Daartoe zal ook bijdragen,
dat de belangen van alle werknemers in de organisatie nauwkeurig
in acht zullen worden genomen. Hiertoe zal het overleg in de
ondernemingsraden en met de vakorganisaties worden voortgezet.
Een goed bedrijfsbeleid zal in de nieuwe organisatie meer dan
ooit tevoren een verantwoord sociaal beleid vereisen.
De goede geest, waarin de gesprekken worden gevoerd, niet
alleen in de Raad van Beheer en in de Hoofddirectie van de
Raiffeisen-Boerenleenbank, maar ook in de paritair samengestelde
werk- en contactgroepen, demonstreert het geloof, dat een zó goed
gestructureerde organisatie van het gehele coöperatieve krediet
wezen in Nederland tot stand kan worden gebracht, dat allen, die
belang hebben bij het coöperatieve bankwezen, daarvan hun profijt
zullen kunnen trekken, (applaus).
De voorzitter: Wie mag ik als eerste het woord over dit punt
verlenen?
De heer Vondeling (Oosterwolde): Mijnheer de voorzitter, dames
en heren. Na de belangwekkende rede van dr. Verhage wil ik nog
een enkel woord zeggen ter toelichting van de motie die de bank
Oosterwolde heeft ingediend.
Ik weet niet of het nodig is, maar ik wil voor alle duidelijkheid
24