vacature L. A. M. Elenbaas:
1. L. A. M. Elenbaas;
2. J. v. d. Zande, voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve
Raiffeisenbank „Zierikzee en Omgeving";
3. G. E. de Jonge, voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve
Raiffeisenbank „Wissenkerke".
De voorzitter: Ik merk op, dat al deze aanbevelingen, zowel in de
Centrale Ringvergadering als in alle ringen, zijn besproken.
Wenst desalniettemin een van de aanwezigen over deze aan
bevelingen het woord. Mij blijkt, dat dit niet het geval is, zodat ik
thans zal overgaan tot de vorming van het stembureau.
Door mij worden tot leden van het stembureau benoemd: de heren
Th. L. Jacobs (Den Bommel), A. de Jong (Grootegast) en J. G. Jurrius
(Renkum).
Ik dank genoemde heren nu reeds voor hun bereidheid in dit
stembureau zitting te willen nemen en verzoek hun zich te melden
bij het inlichtingenbureau.
Dames en heren. Terwijl de leden van het stembureau hun werk
zaamheden verrichten, zullen wij verder gaan met de afhandeling
van de agenda.
Punt 5. Wijziging van het huishoudelijk reglement (artikel 5).
De voorzitter: Ik geef het woord aan de voorzitter van het
Bestuur, de heer Van Lynden van Sandenburg, die dit punt zal
toelichten.
De heer Van Lynden van Sandenburg (voorzitter van het Bestuur):
Mijnheer de voorzitter. Ik geloof, dat aan de uitvoerige schriftelijke
toelichting op dit punt weinig is toe te voegen. Het betreft in dezen
een typisch huishoudelijke aangelegenheid, namelijk een wijziging
van het huishoudelijk reglement om de werkwijze eenvoudiger te
maken dan tot nu toe het geval is geweest. Wanneer men de be
hoefte gevoelt en dat is soms het geval om een zaak op een
andere wijze efficiënter en beter te kunnen uitvoeren, dan moet het
huishoudelijk reglement worden gewijzigd en dan moet er worden
gewacht op het houden van een Algemene Vergadering. Het Bestuur
heeft gemeend, dat het goed was aan deze Algemene Vergadering
voor te stellen, artikel 5 dusdanig te wijzigen, dat men wat vrijer
en wat gemakkelijker een eventuele andere werkwijze zou kunnen
toepassen. Dat is de enige bedoeling van dit voorstel. In de bijlage
vindt men ook de voorgestelde nieuwe tekst van artikel 5 en ik zou
de Algemene Vergadering willen adviseren daarmede akkoord te
gaan.
De voorzitter: Verlangt een van de aanwezigen het woord of
stemming over dit punt?
Aangezien mij blijkt, dat dit niet het geval is, mag ik constateren,
dat dit punt door de Algemene Vergadering met algemene stemmen
is aanvaard.
11