Utrechtse en de Eindhovense organisatie te mogen ontmoeten. Wij zullen dan te zamen in dankbaarheid terugkijken naar alles wat er in deze organisatie is gebeurd. Ik kan dit afscheid vandaag dus nauwelijks als een afscheid zien, maar ik ben u allen toch bijzonder dankbaar, (applaus). De voorzitter: Dames en heren. De heer Hylkema heeft namens de gehele organisatie gesproken, zodat ik in feite niets meer behoef te zeggen, maar u zult wel willen toestaan dat ik mij met een enkel woord namens de Raad van Toezicht nog eens extra aansluit bij de woorden van de heer Hylkema. De heer Verhage heeft jarenlang deel uitgemaakt van de Raad van Toezicht van de Centrale Bank. Wij vinden het een eer dat u, mijnheer Verhage, uit onze kring bent voortgekomen. Wij hebben groot respect voor de wijze, waarop u steeds met ons hebt samen gewerkt. Het is natuurlijk verleidelijk, nu herinneringen op te halen, maar daarvoor is geen tijd. Ik wil slechts een persoonlijke opmer king maken. Mijnheer Verhage, wij hebben jarenlang dicht bij elkaar in de buurt gezeten. Ik heb, toen ik in 1952 in de Raad van Toezicht kwam, waarvan u al lid was, naast u gezeten. Jaren later kwamen wij, voornamelijk in geografische zin, tegenover elkaar te zitten in verband met de traditionele opstelling in de grote bestuurskamer in de Jacobsstraat. Daarna heb ik weer gedurende enkele jaren naast u gezeten. Hieraan komt nu een einde. U woont onze vergaderingen nog wel bij, maar dan gezeten op een geheel andere stoel. Ik mag u, mede namens de overige leden van de Raad van Toe zicht, zeggen, dat wij dankbare herinneringen bewaren aan de wijze waarop en de sfeer waarin u ons steeds tegemoet bent getreden, (applaus). Punt 4. Verkiezing van drie leden van de Raad van Toezicht, ter vervulling van de vacatures, ontstaan door het periodieke aftreden van de heren G. Vredeveld, H. de Jong en L. A. M. Elenbaas. Voor deze vacatures werden in de Centrale Ringvergadering van 23 maart 1971 de volgende aanbevelingen opgemaakt: vacature G. Vredeveld: 1G. Vredeveld; 2. L. G. Bartelds, secretaris van het bestuur van de Coöperatieve Raiffeisenbank „Buinerveen"; 3. H. L. Dekker, voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve Raiffeisenbank „Oosterhesselen". vacature H. de Jong: 1H. de Jong; 2. Tj. Wietsma, voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve Raiffeisenbank „Heerenveen"; 3. P. A. de Boer, voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve Raiffeisenbank „Gorredijk en Omstreken". 10

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1971 | | pagina 12