dunkt mij gaan, als mij, dat U overtuigd zijt ge worden van, de groote verantwoordelijkheid en van de vele zorgen, die deze beweging van het bestuur en van de hoofdambtenaren over het verloopen jaar weer heeft gevraagd.. En ik meen, dat van deze plaats uit een woord van welverdiende dank en hulde, zoowel aan bestuur als aan de hoofdambte naren,, moet uitgaan voor al hetgeen zij in het atgeloopen jaar ook weer voor onze centrale or ganisatie hebben gedaan. (Teekenen van in stemming.) Ik meen, dat een woord van har telijke gelukwensch met de resultaten die zijn ver kregen, hier inderdaad wel op haar plaats is. Ik zou onvolledig zijn, indien ik niet enkele cijfers naar voren bracht betreffende de beweging der lo cale banken, waaruit U duidelijk moge worden, dat die locale banken steeds in bloei en beteekenis toenemen,. Ter illustratie een heel enkel cijfer: Uit het vergelijkend overzicht der balansen en winst- en verliesrekeningen der aangesloten banken blijkt, dat de reserves in 1917 bedroegen, f948.000 en in 1918 zijn gestegen tot f 1.200.000. Het winst saldo bedroeg in 1917 f270.000, daarentegen in 1918 f358.000. Blijkens het vergelijkend oveirziqht van den totalen omzet van de aangesloten banken klom het aantal aangesloten boerenleenbanken in 1918 tot 622, tegen 587 in 1917Maken wij verder een vergelijking tusschen 1917 en 1918 dan steeg het aantal leden- in die jaren van 59.000 tot 68.000. Het aantal spaarbankboekjes van 23.000 tot 25.000. Het aantal rekening-couranthouders van 10.000 tot 12.000. Het saldo van de spaargelden was aan het eind van het boekjaar 1917 f84 millioen, aan het eind van 1918 f 108 millioen. Dat van de voor- 1I

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1920 | | pagina 6