49
heer de Voorzitter! Aan den voet van de agenda lees
ik: ,,N.B. Statutenwijziging is niet op de agenda
.gebracht, aangezien er zich omstandigheden hebben
voorgedaan, die naar het oordeel van Raad van
Toezicht en Bestuur alsnog nadere wijziging nood
zakelijk maken...." enz. Is U bereid, mijnheer de
Voorzitter, ons mede te deelen, welke die omstan
digheden zijn geweest?
De Voorzitter: Ik moet den afgev. van Rolde
teleurstellen. Ik heb gemeend bij mijn openings
woord te moeten zeggen datgene, wat de geheele
vergadering heeft kunnen vernemen, n.1., dat er
zich omstandigheden hebben voorgedaan, die tot het
leedwezen van het Bestuur en den Raad van Toe^
zicht, en naar "de overtuiging van die colleges, het
noodzakelijk hebben gemaakt thans niet aan de orde
te stellen de plannen tot reorganisatie en wijziging
van de statuten. Ik heb daaraan "toegevoegd, dat het
in het voornemen ligt; deze statutenwijziging in die
richting te doen plaats vinden, dat er een schakel
wordt gevormd tusschen het Bestuur en de hoofd
ambtenaren. Ik heb daarop laten volgen, dat dit zal
worden neergelegd in deze wijziging van de statuten,
en dat de boerenleenbanken tijdig deze wijzigings
plannen zullen ontvangen, zoodat men alle gelegen
heid krijgt die rustig te bekijken en zoo noodig in
de ringen te bespreken en te beoordeelen en om
amendementen of wijzigingen voor te dragen. Ik
meen, geachte vergadering, het hierbij momenteel te
moeten laten, omdat, wanneer over deze aangelegen
heid gediscussieerd wordt, wij toch spreken, om de
woorden van den heer Obbink te gebruiken, ,.ins
Blaue hinein". Wij bereiken er niets mede en kunnen