32 wij buiten, dat is een zaak die elke boerenleenbank zelf moet weten. De Afgev. van den Burg (Texel): M. d. V! Met genoegen hebben wij vernomen de toelichting, die de heer Van Ittersum gegeven heeft bij deze zaak. Het is mij evenwel opgevallen, dat de heer Van Ittersum thans iets gezegd heeft, wat niet in de toe* lichting voorkomt. De heer Van Ittersum heeft be* weerd, dat de deposito*obligatiën niet rechtstreeks gegeven zullen worden aan de leden van de leden, terwijl dat in de alinea, die ik even zal voorlezen, wel voorkomt. Ik wil daarop even wijzen om mis* verstand te voorkomen, dat kan zijn nut hebben, niet waar? Op blz. 2, derde alinea, staat het navolgende»Dit alles overwegende, is het Bestuur der Centrale Bank tot de overtuiging gekomen, dat het aanbeveling zoude verdienen om over te gaan tot het creëeren van deposito*obligatiën tegen een nader vast te stellen hoogere rente van b.v. 4 pet. 's jaars, welke obligatiën dan door de leden der Bank of de leden der aange* sloten banken of andere deposanten voor belegging hunner gelden op langer termijn zouden kunnen ge* nomen worden. Ik wilde dit even in het midden brengen. Misschien kan het zijn nut hebben er nog even over te discussieeren of dit recht te zetten. De heer van IttersumDe gedachtegang is bij mij sedert ik dit stuk opstelde nog niet veranderd en ik heb hiermede meenen te zeggen, misschien dat het er niet duidelijk genoeg in staat, dat de obligaties zouden kunnen genomen worden door de leden der aangesloten banken of door de banken. Ik bedoel daar*

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1916 | | pagina 32