23
termijn over dat geld kan beschikken, dat zij dan
kan gebruiken om eens iets hoogere rente te kweeken,
door dat geld ook over een iets langeren termijn uit
te zetten. Dat is dus de quastie. Ik zeg nog eens, het
is dus niet de quaestie, een obligatiedeening te
plaatsen van deze Vereeniging in den lande, deze
obligatiën zijn alleen bestemd voor diegenen, die geld
bij de Bank hebben gebracht en die het daar willen
laten staan, voor wie het niet is bedrijfsgeld maar
spaargeld, die het geld dus kunnen vastleggen voor
een eenigszins langeren tijd en die daardoor een iets
hoogere rente kunnen maken. Dat is de grondgedachte
geweest.
Het zijn dus niet wat men mag noemen verhandel;
bare fondsen. Zij kunnen wel uit de eene hand in
de andere gaan, maar het zijn geen fondsen waarvoor
wij een beursnoteering zouden willen vragenaller;
minst. Het is een fonds, dat alleen door de Centrale
Bank aan haar leden wordt gegeven en niet anders;
alleen dus voor degenen, die op langeren termijn geld
in de bank willen zetten. Het is een huishoudelijk
fonds, om zoo te zeggen, dat in deze coöperatieve
vereeniging binnenkamers blijft. Verhandelbare fondsen,
dat kan ik dus aan Jubbega zeggen, zijn het in zoo;
verre, dat men er onder elkaar iets mede kan doen,
maar zij worden niet op de publieke markt gebracht.
Wat betreft de vraag, of de meerdere rente, die
op die manier aan de Centrale Bank kan worden ge;
maakt, aan den spaarders ten goede kan komen, wat
zullen wij daarvan zeggen? Alle winst, die in de
bank gemaakt wordt, komt aan de spaarders ten goede
en ook aan degenen, die geld van de bank betrekken.