140 De Afg. van Zevenaar: Geachte Vergadering! Ik ben Kassier van onze afdeeling, en ik ben overtuigd, als ik bijv. een brief openmaak waar f 5000.of f 10.000.in zit, en daar zit de Voorzitter van den Raad van Toezicht, en daar zit de Directeur, dan zullen zij niet komen kijken of ik ook wat in mijn zak steek. Ik kan mij voorstellen, ik hoop natuurlijk niet dat het zal gebeuren, dat ik het in een oogen* blik van zwakheid deed, en dan zou het Bestuur een fout gemaakt hebben. Dat geval heeft zich hier voor* gedaan. Ik kan mij voorstellen, dat een ambtenaar die 10 of 15 jaar trouw zijn post heeft waargenomen, waarvan men niets anders heeft ontdekt, het volle vertrouwen heeft van het Bestuur. Mij dunkt, wij kunnen thans tevreden zijn met wat het Bestuur heeft gezegd, dat het ten deze in het vervolg iets voor* zichtiger zal zijn. Ik vind ook dat den heer Feikema, die er naast heeft gezeten en misschien niet precies heeft gezien, in deze niet de groote grief kan treffen als misschien de indruk is gewekt dat hem treft. Dit is geen academisch debat, M. d. V., dit is voor de practijk. Ik ben een oogenblik in de war gekomen door den geachten voorgaanden spreker, den heer Bilderdijk. Ik heb hooren zeggen, dat door Hol* landsche Veld niet was aannemelijk gemaakt, dat het geld was aangekomen te Utrecht. Daar staat tegen* over, dat het verzonden is, en daar heb ik als Kassier ook belang bij. Ik zou wel eens willen weten, als ik nu het bewijs overleg dat ik het verzonden heb, of het nu in Utrecht is aangekomen of niet, hoe de zaak dan staat. Wij zijn verzekerd, en wanneer ik niet overtuigd word, dat het geld is verzonden, dan

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1915 | | pagina 140