9
lezing van het Nederlandsch Landbouwweekblad van
10 Januari en 14 Februari j.1. en van het Bulletin
Mensuel van het Landbouwinstituut te Rome van
December 1913, waarin dr. Grabein de oorzaken en
de gevolgen van deze omvangrijke ramp helder heeft
uiteengezet. Hoewel het totaal verlies nog niet finaal
is vastgesteld, meent men, dat te moeten stellen op
niet minder dan 11 millioen mark.
Onbegrijpelijk is het, hoe het mogelijk is, dat in
het hart van Duitschland, waar het coöperatieve
landbouw-crediet op zulk uitnemenden grondslag is
opgebouwd, men zoozeer van de algemeen als deugdelijk
erkende beginselen heeft kunnen afwijken, dat niet
alleen een klein bankje, maar zelfs een groote centrale
instelling in den afgrond werd geslingerd, te minder
begrijpelijk omdat in Duitschland bij de wet des*
kundige controle is voorgeschreven. Uit die ramp
zijn natuurlijk nuttige lessen te trekken, die dr. Grabein
aan het slot van zijn opstel heeft opgesomd. Ook
voor ons hebben die groote beteekenis. Bij aandachtige
lezing kan er bij de besturen der boerenleenbanken
niet krachtig genoeg* op worden aangedrongen. Op
een dier lessen, betreffende het vastleggen van gelden,
is door de Raiffeisen*Bode van April j.3. zeer na=
drukkelijk gewezen. Ik zou willen, dat dit blaadje
meer van zulke opstellen bevatte en onder de leden
werd verspreid. In een ander deel van ons land, in
Zundert, is in Februari j.1. een grove malversatie
gepleegd, en ook cjaaruit is veel leering te trekken.
De Centrale Bank te Eindhoven heeft de toedracht
van de zaak aan de aangesloten boerenleenbanken
uiteengezet. Had die circulaire niet mede een plaats