89 In de derde plaats lijkt mij dit een eisch, gesteld aan een lid van het Bestuur, die toch moeilijk kan worden uitgevoerd. Gij kunt toch moeilijk van een Bestuurslid, dat zijn plichten getrouw nakomt en het groote belang inziet dat hij kan waarborgen dat Uw geld goed is belegd, vergen dat hij die relatie afbreekt of zijn ontslag neemt. Ik geloof niet, dat de geachte afgevaardigde de zaak zoodanig heeft ingezien en ik hoop, van Aalten wel instemming te krijgen wanneer ik zeg, dat hiermede de zaak volko» men verduidelijkt is. De Afg. van AaltenM. d. V. 1 Het spijt mij eigenlijk, dat de Voorzitter van het Bestuur van de Centrale Bank zich niet bereid heeft verklaard, de relaties met de bank van Huydecoper Van Dielen te verbreken. Het is niet de kwestie, dat wij per» soonlijk iets hebben tegen den bestaanden toestand. Wij weten zeker, dat er aan den bestaanden toestand niets is, waar een spijker tusschen te krijgen is, dat geven wij volkomen toe, maar de kwestie is deze, dat op deze wijze voortgaande als thans begonnen is op kleine schaal, met het volste vertrouwen en met hoogstaande personen, wordt ondanks dat de deur opengezet voor misverstanden van zoo grooten om» vang, dat straks de stroom niet meer te stuiten zal zijn. En daarom geef ik in ernstige overweging, dat de Algemeene Vergadering uitspreke, dat de Centrale Bank haar relaties met de Bank van Huydecoper Van Dielen formeel moet verbreken. Anders zal men op den duur berouw hebben omdat de deur wordt opengezet voor toestanden, die op den duur tot ver» keerde dingen moeten leiden.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 89