83 van het Bestuur meende, dat bijv. een leening aan een Gemeente wel was vermeld in het rapport van de inspectie. Ik weet zeker, dat er boerenleenbanken zijn die wel hebben geleend aan een Gemeente en die brutaalweg gezegd hebbenwij mogen het niet doen, maar er wordt door Utrecht toch niets aan gedaan, wij zullen het dus nog maar ééns weer doen. Ik hoop dus, dat het Bestuur van de Centrale Bank de inspectie er op attent zal maken dat bij de eerste rapporten die dit jaar verschijnen daarop acht wordt geslagen, welke boerenleenbanken het doen, want mij is het bekend dat het gebeurt. Wat betreft de hypotheken boven f 3,000.—, het bevreemdt mij wel dat daarvan bij het Bestuur niets bekend is. Nog dezer dagen is door een boeren* leenbank een hypotheek verleend, ver boven f 3,000.— ik hoop, dat in de rapporten van de inspectie daar* naar zal worden verwezen. De heer Bosch van Oud=AmelisweerdIk sommeer den geachten afgevaardigde de namen hier te noemen, want algemeenheden zijn zeer moeilijk te achterhalen en als blijkt, dat de banken het op geniepige wijze doen, zullen wij andere maatregelen kunnen nemen. Er zijn hier beschuldigingen geuit, ik meen, dat de namen moeten worden genoemd. Een stemWat zijn die beschuldigingen Wij hebben niets gehoord De VoorzitterHet is uiterst moeilijk voor den geachten afgevaardigde van Hoogeveen om zich ver* staanbaar te maken en ik verzoek u dus, muisstil te zijn. Ik wil nog even herinneren, dat gezegd is, dat de inspectierapporten niet voldoende werden gecon*

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 83