82
door ons nagegaan. De hoofdinspecteur en ons geacht
medelid de heer Van Ittërsum zien ze in eerste
instantie na, en daarna worden degenen die aanleiding
geven tot groote aanmerkingen gebracht in circulatie
bij het Bestuur, en het Bestuur beslist welke maat»
regelen genomen moeten worden.
Het tweede punt, door den geachten afgevaardigde
te berde gebracht, is dat door enkele banken nog
gelden verstrekt waren aan gemeenten. Dat is volkomen
waar, maar ik kan daaraan toevoegen dat hij zich
daaromtrent niet ongerust behoeft te maken, want
wij hebben aan twee banken het crediet opgezegd om
te laten zien, dat dit niet mocht en dat wij dat niet
verlangen. U ziet dus, dat dit voor ons geen nieuwtje
is geweest. De uitvoering van uw besluit heeft plaats
gehad als volgt: aan een bank is het crediet inge*
trokken, dadelijk, omdat zij een tegoed had en aan
de andere bank is 14 dagen tijd gegeven om het
saldo debet, dat zij had, aan de zuiveren. Ik geloof,
dat ik hiermede aangetoond heb dat het bestuur
diligent is.
De Voorzitter Mag ik vragen, wie nog het woord
verlangt?
Mijne Heeren! Er gaan nog verscheidene stemmen
op, wij hebben nog wel een oogenblik tijd, het is
half vier, maar lang kan het toch niet meer duren:
aan alle goede dingen, ook aan onze vergadering,
moet een einde komen.
De Afg. van Hoogeveen M. d. V. Het was niet mijn
bedoeling, of aan de banken of aan de Centrale Bank een
verwijt te maken, maar het heeft mij toch wel eenigs*
zins bevreemd in deze mededeeling, dat de Voorzitter