78 van f 234.f 74.— optel, dan kom ik tot een cijfer van f 308.terwijl wij volgens het voorstel dat zooeven aangenomen is een bijdrage ontvangen van f 500.—. Ik meen, dat hieruit wel voldoende blijkt dat de Zuivelbank er niet zoo goedkoop afkomt als de geachte afgevaardigde gedacht heeft. In de tweede plaats is een groote grief te berde gebracht ten aanzien van de formulieren, die door de Boerenleenbanken worden gebruikt. Ik wijs er op, dat wij hier alleen te doen hebben met die fors muiieren, die de Centrale voorschrijft en dat wanneer de banken nog andere transacties met de firma Smeets gaan afsluiten en zich door die firma andere boeken of wat dan ook laten toezenden, die niet door de Centrale zijn voorgeschreven, dat wij daarmede niets te maken hebben; dit moet ik voorop stellen. Wat nu verder betreft de wenschelijkheid, om de formus lieren te gebruiken die daar gedrukt worden, dat ligt toch wel eenigszins voor de hand, want die firma is permanent op de hoogte van de wenschen van de Centrale en zij vervaardigt dus steeds wat de Centrale voorschrijft. Wij hebben zooeven nog van den Hoofdinspecteur gehoord dat het kan voorkomen, dat er nieuwe voorschriften gegeven worden, omdat op de eene of andere wijze een leemte in de controle wordt ontdekt. Dat kan aanleiding geven tot nieuwe voorschriften ten aanzien van de boekhouding, het afgeven van bewijzen, enz... Nu zal alleen de offb cieele uitgever van de Centrale hiervan op de hoogte zijn en daarom is het zoo wenschelijk, dat men zich tot dezen wendt, want dan krijgt men precies hetgeen voorgeschreven wordt en niet iets anders.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 78