71
genoeg kan contröleeren. Men kan een vertrouwd
en een zeer goed kassier hebben, maar dan zal ik
steeds degene wezen, die het sterkst er op aandringt
om hem goed te contróleerendat kan de heer Van
den Hurk getuigen. Ik stel de kassiers zeer hoog,
maar men moet ze niet te veel vertrouwen en ze
altijd goed nakijken.
De heer Fan den Hurk: M. d. V.! In verband
met hetgeen gezegd is door de twee geachte sprekers,
die gemeend hebben eenigszins tegen mijn woorden
te moeten opkomen, zou ik willen resumeeren, dat
ik slechts twee eischen heb gesteld. In de eerste
plaats heb ik den eisch gesteld en het voorschrift
gegeven, dat de kassier van iederen post, dien hij in
zijn boek heeft een bewijs zal moeten overleggen en
in de tweede plaats heb ik den eisch gesteld, dat de
boekjes minstens eens per jaar door het Bestuur zullen
worden gecontroleerd. Ik heb wel gezegd dat, wil
men absoluut zeker zijn dat alles goed is, men het
beste zal doen, de zittingen van den kassier steeds
bij te wonen, ik heb dat genoemd als het mooiste,
als het beste, maar ik heb dat niet gesteld als eisch,
niet waar, m. d. V.?
Het overige heb ik meer als algemeene beschouwing
gegeven, om U te doen zien, dat men daar toch niet
altijd absolute zekerheid mee krijgt, maar nog verder
moet gaan, door ook de boekjes persoonlijk bij de
leden thuis te bezorgen. Stel nu dat er honderd
spaarboekjes zijn en vijf bestuursleden, drie leden en
twee plaatsvervangers. Dat is dan twintig boekjes
voor den man. Dat vind ik niet zoo verschrikkelijk.
Men kan ook bepalendat zij moeten worden af»