68 contract in deze niet wel mogelijk is. Dat laat zich ook wel begrijpen. Men heeft hier te doen met per= sonen wier soliditeit de maatschappij dan toch ook wel eens even nader wil bekijken. Men kan zich dus niet zoo klakkeloos opgeven voor een verzekering en aan het collectieve contract deelnemen. De maats schappij behoudt zich bij een dergelijke verzekering verschillende zaken voor. Ten eerste de vraag, of zij de verzekering met den persoon dien het betreft wil afsluiten, omdat zij waarschijnlijk wil onderzoeken of het iemand is die werkelijk te goeder naam en faam bekend staat. Zij wil de vrijheid hebben de verzekering te kunnen weigeren wanneer dat niet het geval is. Ook verlangen de maatschappijen dat de boerenleenbanken altijd 20 °/0 eigen risico loopen. Zij verlangen dat alle schade uitsluitend aan het Bestuur der plaatselijke boerenleenbanken zal worden uitbetaald en dat de jaarpremie die bedongen wordt 1 °/0 bedraagt en ten minste 75.—, en dergelijke voorwaarden meer. Ik zal ze niet allemaal behan* delen. Zij zijn van dien aard, dat een collectief con* tract in deze niet wel uitvoerbaar voorkomt. Wij willen heel gaarne aan de banken die zich willen verzekeren, de namen van eenige maatschappijen op* geven, die naar onze meening credietwaardig zijn; maar de zaken behandelen op denzelfden voet als de inbraakverzekering en vanwege de Centrale de zaak entameeren, komt bovendien de Centrale principieel niet heelemaal juist voor, omdat zij liever heeft dat werkelijk de verantwoordelijkheid onverminderd op het bestuur blijft drukken omdat de kassier dan beter wordt gecontroleerd. En in de tweede plaats komt

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 68