64
de veronderstelling, dat de bewijzen voor die posten,
die in de boeken staan echt zijn. Wij kunnen die
echtheid onmogelijk gaan onderzoeken, anders duurt
de controle voor iedere bank veel te lang. Wij moeten
gelooven dat de bewijzen echt zijn. Maar de weten*
schap, of hetgeen de kassier geboekt heeft waar is
en of zijn bewijzen niet vervalscht zijn, moeten de
plaatselijke besturen zelf zien te verkrijgen. De
inspectie van de Centrale is daarop niet ingericht en
niet berekend. Dat blijft dus de taak van de Besturen
en de Raden van Toezicht der plaatselijke banken.
Zij moeten zich overtuigen, of hetgeen zij in de
boeken zien staan, in overeenstemming is met de
werkelijkheid. Dat is het moeilijke punt, want bij
de meeste, ik zou haast zeggen bij bijna alle locale
banken, houdt de kassier moederziel*alleen zitting.
Er is niemand bij. Heel huiselijk ontvangt hij het
geld op de zittingsuren en buiten de zittingsuren, en
of hij het boekt of niet boekt, weet men niet. Wil
men absoluut gewaarborgd zijn, dan moet men doen
wat bijv. in Monster, en Steenderen—Drempt, als ik
het wél heb, gebeurtbij de zittingen van den kassier
is het Bestuur geheel of gedeeltelijk altijd aanwezig.
Fraude is dan onmogelijk en men heeft absolute
zekerheid. Kan dat niet en velen zullen zeggen
het is practisch niet te doen dan moet men ten*
minste zorgen gedurende den loop van het jaar de
wetenschap te krijgen, door de controle van de boekjes,
of de boekingen werkelijk in overeenstemming zijn
met de waarheid. Wij zullen er bij de inspectie
streng op letten of dat inderdaad gebeurt, mijne
Heeren, en zoo niet, dan zien wij ons genoodzaakt