EERSTE GEDEELTE.
Vertegenwoordigd zijn 281 Banken en 11 Personen,
te zamen uitbrengende 292 stemmen.
De Voorzitter van den Raad van Toezicht, de heer
Westerdijk, opent te 11 uur de vergadering en spreekt
de navolgende rede uit:
Mijne Heeren Afgevaardigden van onze Boeren*
leenbanken! Mijne Heeren Leden van het Bestuur
en van den Raad van Toezicht! Heeren Beambten
van de Centrale BankIk heet U allen hartelijk
welkom in onze groote jaarlijksche Algemeene Ver*
gadering.
In het bijzonder heb ik weer het voorrecht welkom
te heeten hier in Uw midden mijn geachten rechter
buurman, den heer Löhnis, Inspecteur van den Land*
bouw en vertegenwoordiger van onze hooge Regeering.
De heer Löhnis is van de oprichting af een groot
vriend geweest en een groote steun van onze in*
stelling. Zijn tegenwoordigheid, zoo immer mogelijk,
hier jaarlijksch, wordt door ons en door U op grooten
prijs gesteld. (Teekenen van instemming).
Mijne Heeren, het, jaar dat achter ons ligt is voor
den landbouw niet zoo voorspoedig geweest als de