40 hel eind van de discusssie zijn. Ik kan mij niet best voorstellen, dat er nieuwe gezichtspunten naar voren kunnen worden gebracht. Als het blijkt, dat er in de vergadering verschil van gevoelen bestaat, blijft er slechts één oplossing mogelijk. Mocht het zijn, dat ondanks het gebleken verschil van gevoelen men zich wenscht neer te leg* gen bij het voorstel van Amstelveen en mocht De Leek, na de gehouden discussies, het amendement intrekken, dan zouden wij er af komen zonder een stemming, maar wanneer Leek het amendement hand* haaft, dan stel ik voor, over te gaan tot die stem* ming. Wij kunnen het dan straks eerst probeeren met een stemming bij zitten en opstaan. Mag ik nu De Leek vragen, of hij het amende* ment handhaaft. De Afg. van De Leek. M. d. V.! Van één zijde is het amendement verdedigd; wanneer het nog van meerdere zijden verdedigd wordt, dan wensch ik het te handhaven, wordt het niet meer gesteund dan wensch ik het in te trekken. De Voorzitter. Mijne Heeren! Het amendement van De Leek vraagt steun. Mag ik verzoeken, dat ieder die dien steun wenscht te verleenen, even opstaat? De heeren zien, dat het amendement van De Leek heel weinig ondersteuning heeft gevonden. Mag ik vragen, of het amendement thans wordt ge* handhaafd? De Afg. van De Leek. M. d. V.! Nu mijn amen* dement zoo weinig wordt ondersteund, zal ik het liever intrekken en voor het voorstel van Amstelveen stemmen.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 40