37 Wij hebben de zaak nu van verschillende kanten hooren toelichten en het groote verschil van meening gaat over de vraag: salaris of vergoeding. Nu moet ik eerlijk zeggen, dat voor mij onze instelling juist daarom zulk een groote waarde had omdat wij daaraan hebben verbonden mannen met goed klinkende namen en, wat zelden nog in Nederland gebeurde, gebeurde hier. Wij hadden mannen met schoonklinkende namen achter ons die dat deden belangeloos volkomen in den zin zooals het toen is uitgedrukt in de toelicht ting die bij de statuten gegeven is, menschen die willen handelen in christelijken zin en die daarmede willen bevorderen het welzijn van het algemeen. Nu had ik zoo gaarne gewild, dat het aldus had kunnen blijven en daarom spijt het mij, dat ik onder de toelichting het advies van het Hoofdbestuur vond, dat het medegaat met het voorstel van Amstelveen. Neen, gaarne willen wij het hun gunnen, maar het is voor de veteeniging zooveel mooier wanneer wij weten dat wij een bestuur hebben dat zuiver om den christelijken wille de zaak wil behartigen. Hiermede wil ik eindigenhet is alleen een woord van protest tegen hetgeen de laatste spreker heeft gezegd want dankbaarheid, en daarop wil ik nog even wijzen, blijkt niet alleen uit een grootere gelde» lijke belooning, want er is toch ook een groot deel van de maatschappij dat die dankbaarheid ook erkent voor zich zelf, te weten dat bevorderd wordt een goede en heilige zaak. De Afg. van Sloterdijk. M. d. V. Geachte Ver» gadering Ik zal niet het voor en tegen van het voorstel

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 37