36
In zooverre voldoet mij dat, maar, ten overstaan
van de bedenking die gemaakt is wil ik mij ook
hier in deze algemeene vergadering herinneren het
spreekwoord, dat men dikwijls in de practijk van
het leven ontmoet en dat zegt: ondank is des
werelds loon.
Ook wij hebben in de vergadering van ons Bestuur
en van onzen Raad van Toezicht het voorstel van
Amstelveen besproken en ik breng gaarne hulde en
dank aan Amstelveen voor dit voorstel, dat hier
zeer op zijn plaats is. Ons allen, die de reusachtige
ontwikkeling van onze Centrale Bank te Utrecht
gevolgd hebben, moet het hart van dankbaarheid
vervuld zijn. Wij moeten, dunkt mij, over het voor*
stel van Amstelveen niet langer beraadslagen, maar
wij moeten er mede instemmen om een blijk te geven
van onzen dank en onze hulde tevens aan het Bestuur
voor de groote moeite, de vele zorgen en de onaf*
gebroken waakzaamheid die het aan onze zaak heeft
gewijd, waardoor het ons dikwijls waarschuwingen
heeft gegeven die wij zeer op prijs stellen. Laten wij
ons nu uitspreken, ik hoop in dezen zin, dat met
groote meerderheid het gewaardeerde voorstel van
Amstelveen zal worden aangenomen. (Luid applaus).
De Voorzitter: Het schijnt mij toe, dat de zaak
thans vrijwel van alle kanten is bekend. Mag ik
vragen, of nog iemand het woord verlangt?
De Afgev. van WestzaamM. d. V.Ik had
gemeend, dat ik niet verder op de zaak behoefde
in te gaan, maar na hetgeen de laatste spreker gezegd
heeft meen ik toch, dat ik namens onze afdeeling
ook moet laten hooren een stem tegen het voorstel.