34 ons dit heel gemakkelijk voorstellen. Maar zoo gauw het zaken zijn die een millioen gaan bedragen, ligt het, ik wil het eerlijk erkennen, buiten mijn lijn en buiten de lijn van velen Uwer. Maar toch, Mijne Heeren, is mij één ding opgevallen en ik vind door de bestrijders van het voorstebAmstelveen niet genoeg naar voren gebracht, en het Bestuur zou ik bepaald willen aanbevelen dit te bedenkenwij hebben straks uit de balans gezien dat de reserve was 4,208.516 En nu is de kwestiezal hier gesproken worden over salaris*verhooging, als men het zoo wil noemen, vergoeding voor te maken moeiten is beter, van 2/5 van dat geheele bedrag, zonder dat de middelen worden aangegeven waar het van daan moet komen De Voorzitter van den Raad van Toezicht heeft juist gezegd, dat de reserve vergroot moet worden: zij is in het laatste jaar maar verhoogd met f 4,200.en wanneer gij er f 1,800.afneemt, dan wordt het 2,400.en dat vind ik hoegenaamd te klein. Ik vind deze bespreking heel onaangenaam, maar het zou voor mij een uitkomst zijn wanneer gezegd werd spreken er wij niet verder over. Het voorstebLeek is een bemiddelend voorstel. Mij dunkt, dat lijkt ons allen. En laten dan werkelijk plannen gemaakt wor« den om het volgend jaar van hetgeen dan overschiet de reserve uit te breiden. Er is dit jaar door de meeste banken, het is door de Centrale ook gedaan, doorgevoerd een stijging van den rentevoet. Dat is gezond. Het is voor ons zakenmenschen geen bezwaar al verhoogt men den rentestandaard nog iets. Dat is de weg dien wij op moeten; gelijk de heer van den Hurk heeft gezegd:

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 34