30 vaak verhoogd. Ik zal U niet lastig vallen met de mededeeling dat wij ongeveer 500 inspectierapporten hebben door te werken, en dat vele van die inspectie» rapporten aanleiding geven tot opmerkingen waaraan uitvoering moet worden gegeven, wat dan weer her» haaldelijk moet worden gecontroleerd, om te zien of er nog opmerkingen zijn te maken. Ik zal U niet lastig vallen met U te zeggen, dat wij de statuten en de wettelijke voorschriften voor de nieuw aangesloten banken moeten controleeren, dat wij hebben te waken dat geen bank toetreedt die bij ons niet thuis hoort, zooals herhaaldelijk voorkomt. Ik zal U niet lastig vallen met te zeggen, dat wij de vraagbaak zijn van elke bank die het lust zich tot ons te wenden. Ver» leden jaar is er een van de banken geweest die er lof over heeft uitgesproken dat onze adviezen op zoo uitmuntende wijze worden ingericht. Ik zal er niet op wijzen, dat onze adviezen dikwijls voorstellen zijn van juridischen aard, waarvoor gij U anders zoudt moeten begeven tot een advocaat, en waarvoor gij vermoedelijk groote sommen zoudt moeten besteden. Gij bespaart daarmede groote kapitalen. Ik zal U niet zeggen dat voortdurend controle moet worden gehouden op inspectie en administratie. Ik zal U niet lastig vallen met U mede te deelen, dat wij zijn de vraagbaak van de Regeering, die al wat zij wenscht te weten aan ons vraagt, waaromtrent wij dan van advies dienen. Ik zal U niet er op wijzen, dat wij contracten afslui» ten met onze bankinstellingen, waarbij wij gelden deponeeren, waarbij wij moeten nagaan, wat op het oogenblik het voordeeligst is. Och, Mijne Heeren, al die feiten kunt gij zelf weten. Dat begrijpt gij zelf.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 30