18 de heer Von Fisenne. Maar de heer Von Fisenne zal zich heelemaal niet gekrenkt achten, wanneer hij daarop staat als strooman. Onze Statuten schrijven voor een aanbeveling van twee personen en daarom hebben wij den heer Von Fisenne er naast geplaatst, maar als de heer Von Fisenne dat goed vindt, moet Uw Vergadering er toch geen bezwaar tegen maken! De heer Jhr. Bosch van Oud=Amelisweerd. M. d. V., ik ben het met den geachten Voorzitter van den Raad van Toezicht volkomen eens, dat ik de vraag door den afgevaardigde van Langezwaag gedaan, vreemd vind. Wat heeft de Voorzitter van deze Vergadering in het begin medegedeeld Dat het gewenscht is dat een plaatsvervangend bestuurslid lid is van den Raad van Toezicht. Daar gaat de heele zaak om. En nu vraag ik mij af, hoe het mogelijk is dat op deze agenda een tweede persoon wonende te Utrecht zou worden aanbevolen Wij hebben geen ander lid van den Raad van Toezicht te Utrecht (De Afg. van Langezwaag. Het vorig jaar dan I) Het vorig jaar was de toestand heel anders. Het vorige jaar was er geen voorstel, om het aam tal leden van den Raad van Toezicht uit te breiden, toen werd alleen een plaatsvervangend Bestuurslid gekozen, dat in Utrecht zou wonen maar nu heeft de ondervinding ons geleerd, dat het niet goed is, dat een plaatsvervangend Bestuurslid eenige weken en maanden misschien zijn funtie waarneemt in de plaats van een Bestuurslid, terwijl hij overigens niet op de hoogte van de zaken blijft, omdat hij er geen voeling mede houdt, er niets mede uitstaande heeft. Daarom is nu gezegd, dat het plaatsvervangend Be»

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 18