15
uit dien Raad een lid aangewezen, die in voorkomende
gevallen het plaatsvervangend Bestuurslid is?
Ik vraag dit te meer, omdat het ook van toepassing
zou moeten wezen op de plaatselijke banken. Tot
ons groot leedwezen is onze geachte directeur plot*
seling gestorven en nu staan wij voor hetzelfde geval.
Wij hebben een lid van den Raad van Toezicht
tijdelijk benoemd tot Bestuurslid, omdat wij anders
een algemeene vergadering zouden hebben moeten
bijeenroepen, hetgeen moeilijk en kostbaar is. Daarom
vraag ik dus: wordt dit lid van den Raad van Toe*
zicht door de Algemeene Vergadering gekozen en is
hij als zoodanig vanzelf plaatsvervangend Bestuurslid,
en voortszal dit voor het vervolg ook van toepassing
worden op de plaatselijke banken?
De Voorzitter. Ik wil gaarne Sloterdijk dadelijk
antwoorden, dat bij de verkiezing van een bestuurs*
lid nauwkeurig moet gelet worden op de voorschriften
van de Statuten. Dat moet men natuurlijk in het
algemeen steeds doen, maar vooral moet men dat
doen bij verkiezingen, want het is van het grootste
belang, dat bestuursleden op volkomen wettige wijze
worden gekozen.
Nu schrijven onze Statuten voor, dat wij een Raad
van Toezicht hebben van minstens 5 leden. De Alge*
meene Vergadering is dus bevoegd, meer dan 5 leden
daarvoor aan te wijzen en onze Raad van Toezicht
bestaat dan ook tot dusverre uit 7 leden.
Wij hebben, volgens onze Statuten, twee plaats*
vervangende bestuursleden. Een van hen, heeft men
vroeger gezegd, moet noodzakelijk te Utrecht wonen,
om dadelijk te kunnen invallen dat heeft de ervaring