103 deze heeren dat zoo geheel belangloos en zoo zeer in het belang van onze instelling doen, meende ik deze gelegenheid eens te mogen gebruiken, om dien heeren daarvoor in de vergadering een woord van dank en hulde te brengen. Applaus De Voorzitter. Mijne Heeren! Wanneer nu nies mand meer het woord verlangt, dan wil ik gaarne mijn dank betuigen aan den heer Van Wichen voor zijn vriendelijke woorden en aan U voor de instem* ming, die gij daarmede hebt betoond. Ik hoop, dat onze banken bij voortduring mogen groeien en bloeien, dat wij gespaard mogen blijven voor ongelukken zooals wij die elders wel hebben gezien en dat wij elkander het volgende jaar weder zullen mogen begroeten in denzelfden geest als nu in deze vergadering heeft plaats gehad Hiermede sluit ik deze vergadering.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1914 | | pagina 103