91 varen die er aan verbonden zijn wanneer de Centrale Bank geld te kort komt. Het is heel duidelijk, wan» neer men den laatsten Spr. hoort, dat hij het eerste beginsel van ons systeem nog niet begrepen heeft. Wij zijn er niet voor om hypotheekbank te spelen of hypotheekbankje door de locale bankjes te laten spelen. Daar moet men een hypotheekbank voor hebben. (Applaus). Het is onmogelijk dat de Centrale Bank gelden zou kunnen fourneeren om behalve de bedrijfs»credieten ook hypothecaire credieten te four» neeren, en als wij nu voorzien op die manier vast te moeten loopen, dan zou het misdadig van ons zijn Uw gedachtengang te steunen, dan zou het misdadig van ons zijn U niet bijtijds te waarschuwen. Die verantwoordelijkheid neemt het Bestuur niet op zich en de Raad van Toezicht evenmin. Ik verklaar U op eer en geweten dat wanneer Gij op deze manier wilt doorwerken en doorwerkt, de Centrale Bank onmo» gelijk aan hare verplichtingen kan blijven voldoen, en als Gij mij niet gelooft, dan vraag ik van U bewijs mij maar het tegendeel. Gij zegt, wij kunnen wel geld krijgen. Maar ik kan het nergens vandaan halen. Wanneer Gij mij niet begrijpen wilt, dan is elke discussie onmogelijk geworden, maar waar Gij ons in zoovele zaken Uw vertrouwen hebt gegeven, daar begrijp ik niet dat Gij niet zegt: als van de zijde van deze tafel wordt beweerd we loopen vast op den duur, wij zullen U de spaargelden niet kunnen teruggeven, wij zullen geen voorschotten meer kunnen geven, dat Gij geen vertrouwen in deze waarschu» wing stelt. Nu nog een enkel punt. Ik heb niet de kabinet»

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 91