86 eenigszins mild te zijn met de toepassing van dit punt De heer Jhr. Bosch van Oud=AmelisweerdIk ge* loof dat, wat de oudste banken betreft, in de vijftien jaar dat wij elkaar gekend hebben, en overigen ge* durende den tijd dat Gij met het Bestuur hebt ge* werkt, Gij niet kunt zeggen, dat wij niet bereid zijn steeds met Uw wenschen rekening te houden. Inte* gendeel, waar wij nu het voorstel hebben gedaan om dit amendement aan ons voostel toe te voegen, waar* door de zaak voor U allen aangenaam en aanneme* lijk wordt gemaakt, daar wil het mij voorkomen, dat Gy in het Bestuur het vertrouwen moogt, kunt en moet stellen, dat wij dit amendement niet pro forma in ons voorstel hebben gezet. Neen, Mijne Heeren, daar achten het Bestuur en de Raad van Toezicht zich veel te hoog voor, om U iets voor te spiegelen waarvan Gij geen uitslag kunt verwachten. Dat is beneden onze waardigheid. Het verheugt mij daarom dat ik den Afg. van Vinkeveen mag antwoorden dat het werkelijk in onze bedoeling ligt, en anders was het voorstel zeer zeker niet gedaan door ons, om wanneer naar ons genoegen blijkt dat werkelijk de credieten worden gevraagd voor het bedrijf, waarbij de zekerheid bestaat dat het niet zal worden vast crediet, zooals de Voorzitter van den Raad van Toezicht zoo voortreffelijk heeft uiteengezet voor- betrekkelijk korten termijn, wij geen termen zullen vinden om niet in een dergelijk geval de banken ter wille te zijn. De VoorzitterVraagt thans nog een van de heeren het woord GeroepStemmen Stemmen 1]

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 86