68 »de bij ons aangesloten Boerenleenbanken verplicht »zijn (zie art. 8 sub 4 onzer Statuten) »4. toestemming te vragen aan het Bestuur »(der Centrale Bank) tot het aangaan van ges «wichtige verbintenissen, bij huishoudelijk regies «ment te bepalen; «Art. 6 sub 4 van ons Huish. Reglement zegt «Gewichtige verbintenissen bedoeld bij art. 8 «sub 4 der Statuten zijn: «4. het geven van hypothecair crediet boven «de f 2000.aan een en denzelfden persoon." Kijk, dat is precies hetzelfde als thans wordt voors gesteld «Door deze bepalingen heeft ons Bestuur de bes «voegdheid om het verstrekken van groote hypotheken «(boven de f 2000.tegen te gaan. Met het vers «leenenvan toestemming tot het geven van hypotheken «boven de f 2000.— zijn wij zeer lastig. Wij geven «die toestemming in den regel alleen dan, als de «aanvragende Boerenleenbank over ruime eigen mids «delen kan beschikken en de gang der zaken ter «plaatse heeft uitgewezen, dat ook in de voorjaars «maanden altijd bij ons een flink credietscijfer is ges «bleven". Dat is een beetje anders als bij ons! «Is «dat niet het geval geweest, heeft de aanvragende «bank in de laatste jaren gebruik gemaakt van crediet «der Centrale, dan wordt de toestemming niet gegeven". Dan zijn wij toch nog een heel stuk verder! «Dit voorschrift heeft goed voldaan en wij denken «er niet aan om het los te laten. Het voorkomt dat de «Boerenleenbanken met weinig middelen uitleeningen «doen, die niet toelaatbaar zijn en het geeft ons tevens

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 68