60 »prolongeerd, maar daarna in ieder geval dan «toch afloopen, of althans voor aanzienlijk mins »dere bedragen doorloopen. Onze bedoeling »met dien termijn van drie maanden was indertijd «om te verhinderen dat de spaargelden der »locale banken als bedrijfskapitaal in de een of «andere zaak, of het een of ander bedrijf werden «gestoken, waaruit zij niet zonder ongelukken «en gewoonlijk niet zonder verlies, konden «worden opgeeischt. Op welke wijze die liqub «diteit door uwe Instelling worde gehandhaafd «is natuurlijk een kwestie van internen aard, «die aan Uwe Instelling moet worden overge» «laten. Gij begrijpt echter, dat die handhaving «zelve voor de Nederlandsche Bank van het «grootste belang is. Waar zij toch in staat moet «zijn hare bankbiljetten ieder oogenblik tegen «baar geld in te wisselen, daar heeft zij er voor «te zorgen, dat aan den anderen kant ook hare «beleggingen zoo liquide mogelijk zijn, en moet «zij er op kunnen- rekenen, dat de bij haar «gedisconteerde promessen op den vervaldag «worden betaald, en dat men dan niet aankomt «met een verzoek om prolongatie, doordat men «zelf door debiteuren is teleurgesteld". Herhalende: waar moet de Centrale Bank de gelden vandaan halen, om U Uwe spaargelden terug te geven, indien U ze opvraagt, of om voorschotten te geven, die U zijn toegezegd? Dan zijn het in de eerste plaats, Uwe deposito's en in de tweede plaats is het de Nederlandsche Bank, en verder hebben wij niets. Het zal U nu duidelijk zijn gebleken, Mijne Heeren,

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 60