EERSTE GEDEELTE. Vertegenwoordigd zijn 282 Banken en 10 Personen, te zamen uitbrengende 292 stemmen. De Voorzitter van den Raad van Toezicht, de heer Westerdijk, opent te elf uur de vergadering en spreekt de navolgende rede uit: Mijne Heeren Afgevaardigden van onze Boeren» leenbanken, opgekomen naar deze vergadering uit bijna alle hoeken van ons land! Mijne Heeren Leden van het Bestuur en van den Raad van Toezicht! Beambten van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen» Bank alhier! Ik heet U allen hartelijk welkom op onze veertiende gewone algemeene vergadering! Dat woord van welkom richt ik in het bijzonder zeer gaarne tot mijn geachten rechter buurman, den heer Löhnis, Inspecteur van den Landbouw. De heer Löhnis woont steeds, als hij eenigszins kan, getrouw onze jaarlijksche vergaderingen bij; wij zijn daardoor en overigens verzekerd van de groote sympathie die hij onze organisatie toedraagt. Wij houden ons overtuigd, dat hij bij de regeering steeds onze voor» spraak zal zijn, en mede namens U, Mijne Heeren,

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 5