58 lioen ruim schuld aan de Nederlandsche Bank. Dat er nadeel in rente door ontstaat, och, dat vind ik jammer, maar dat is nog wel te overkomen, als het te zijner tijd maar weer te recht komt. Tot nu toe, heeft men gerekend, zal aan de ver* plichtingen kunnen worden voldaan door de promesses in te wisselen, waarop dan een paar duizend gulden verlies wordt geleden. Dat is jammer. Wij betalen 4^ °/0 aan de Nederlandsche Bank plus de zegels van de promesses. Wij krijgen van U él/4 °/0 en leggen ongeveer f 2000.bij. Waaruit verleent nu uw Centrale Bank de credieten? Het staat in de nota: in de allereerste plaats uit de gelden die gij ons geeft in deposito; en als tweede middel, als red* middel als ik het zoo zeggen mag, hebben wij de Nederlandsche Bank. Hoe staat het nu, M. H., met de Nederlandsche Bank? Ik heb mij een oogenblik afgevraagd, toen de Afg. van Vinkeveen zoo meteen aan het woord was, waar put gij uw wijsheid uit en waar bouwt gij uw stellingen op als gij zegt: daar kunnen wij op rekenen? Zoo lichtvaardig beweer ik de dingen niet. Als ik iets zeg dan moet ik er grond voor hebben. Ik bouw geen huis op een fundament dat niet deugt. Als ik iets ga beweren, dan ik eens naar den betrokken persoon toe en informeer of ik het zeggen mag. In 1904 toen onze eerste moeilijk* heden waren ontstaan, toen wij geld te kort kwamen, schreef de Nederlandsche Bank ons: »Het zal verder wel geen betoog behoeven, »dat de Nederlandsche Bank door het verleenen »der toelating zich op geen enkele wijze tegen* »over de Centrale Bank verbindt, en dat zij in

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 58