40
hooren, wat in elke bank afzonderlijk niet wordt
uitgesproken, dat het ons moeilijk valt om al die
stof in een kort oogenblik te verwerken. Daarom zou
ik de banken in overweging willen geven, om hetgeen
zij hier naar aanleieing van dergelijke belangrijke
kwesties wenschen te zeggen te doen opnemen in een
Rai£feisen*bode, niet in de Raiffeisen*bode, want het
Bestuur weigert, stukken van de afdeelingen daarin
op te nemen, maar dus in een Raiffeisen*bode hun
ideeën neer te leggen.
De Afg. van Hillegom. M. d. V.! Geachte Ver*
gadering! Afwijkende even van het punt, dat op het
oogenblik aan de orde is, wensch ik U, M. d. V.,
te danken voor de vele woorden van waardeering,
gesproken tot de verschillende colleges en personen,
maar mag ik U even [vragen, U hebt toch niet de
bedoeling gehad om de menschen, die wel eens ge*
noemd worden de spil van de zaak, voorbij te loopen
in Uw woordjes van hulde. Mag ik die heeren op
het oogenblik ook eens even een pluimpje geven
voor hetgeen zij doen voor het slagen van de zaak.
Dan, M. d. V., de hypotheekzaken. Door ver*
schillende sprekers is er op gewezen, dat de banken
alleen daardoor winst kunnen maken. Een heeft er ge*
zegdwanneer wij de hypotheken niet mogen geven, dan
kunnen wij den kassier niet redelijk betalen. Hillegom,
Mijne Heeren, geeft bijna geen hypotheken en geeft
zijn kassier over 1913 een salaris van f 1000.—.
Ergo, M. d. V., is het niet een gezond argument
om te zeggen: wij moeten winsten kunnen maken
teneinde onze kassiers te kunnen betalen en daarom
moeten wij hypotheek geven. Hier blijkt onomstoo*