23 sprakelijk zijn? Ik zie in bijlage 1 van het jaarverslag: Aandeelhouders nog te storten 410,220.terwijl de aansprakelijkheid der gezamenlijk aangesloten bam ken bovendien een bedrag van 874 X f 2000.— kan dekken, dat is f 1,748,000.—, te zamen dus ruim twee millioen. Dat is m. i. de eigenlijke reserve van de Centrale Bank en hierbij verzinkt het reservefonds in het niet. Maar wanneer dit als een paal boven water staat, dat de soliditeit der lokale banken de grootste kracht onzer Centrale uitmaakt, dan is het niet van zoo overwegend belang of het reservefonds der Centrale Bank in eenig jaar .vermindert. Dan is het van het grootste belang dat de reservefondsen van de lokale banken een steeds hooger bedrag aam wijzen, dat die banken niet in haar werkzaamheden worden belemmerd en de leden van die banken met vertrouwen al hun zaken door de lokale ^banken kunnen doen behandelen. En dat de lokale banken werkelijk door het bestuurs= voorstel in haar bedrijf worden belemmerd, behoeft eigenlijk niet te worden aangetoond. Het Bestuur hoopt dat die belemmering alleen van invloed behoeft te zijn op de te geven voorschotten. Doch, waar in ons bedrijf de voorschotten en de deposito's zoo innig verbonden zijn, zal het doorvoeren van ons besluit de deposito's waarschijnlijk in veel grootere mate verminderen dan de voorschotten en dit zal gaan op de volgende wijze: Stel dat een lokale bank f 100,000.— meer deposito dan voorschot heeft. Hoe is zij daaraan gekomen? Natuurlijk door hoogere rente uit te geven dan de Centrale Bank vergoedt, bijv. door een rente van 3.60 °/0. De belegging bij de Centrale Bank levert

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 23