101 bezitten. De niet minder kundige, bekwame en op* offerensvaardige Voorzitter van het Bestuur en de Bestuursleden hebben straks reeds eenige woorden van hulde mogen inoogsten, maar ik meen, dat die hulde ook in ruime mate toekomt aan den geachten Voorzitter van de Algemeene Vergadering en ik twijfel er niet aan, of gij allen zult met mij instemmen, als wij hem mede naar huis geven onzen dank en hulde voor al hetgeen hij in het belang van de Raiffeisenbanken heeft gedaan en doet, de hoop uit» spreken dat hij nog jaren Voorzitter van den Raad van Toezicht en leider van deze belangrijke Algemeene Vergaderingen moge blijven en hem toeroepen een hartelijk tot weerzien in gezondheid. Luid applaus). De Voorzitter. Wanneer niemand van de heeren meer het woord verlangt, dan wensch ik de ver» gadering te sluiten, maar ik wensch dit niet te doen zonder er op te wijzen, dat zoo lang deze vergadering bestaat uit menschen, die een ordelievende discussie kunnen voeren en willen voeren en een ordelievende wijze van behandeling willen in acht nemen, dat het dan mogelijk is, zelfs voor een Algemeene Vergadering zoo groot als deze, om op degelijke wijze de zaken te bespreken, tot leering van ons allen, ook van het Bestuur en van den Raad van Toezicht. Met dankzegging voor de welwillende wijze, waarop gij U hebt onderworpen aan de leiding van den Voorzitter, sluit ik deze vergadering.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 101