100 «Va °/o te verlagen. Gelieve hiervan nota te nemen, «en zoo mogelijk nog op Uw algemeene vergadering «te bespreken. Namens de Coöperatieve Boerenleen* «bank Stad-Haringvliet: (Get.) de Voorzitter van «den Raad van Toezicht." M. d. V.! In verband met dezen brief wensch ik te wijzen op art. 38, 2°. van de Statuten van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, waarin de volgende bepaling voorkomt „De bepaling van rente en provisie voor voorschotten en deposito's blijven ter beslissing overgelaten aan het Bestuur, behoudens nadere goedkeuring van den Raad van Toezicht." Uit deze bepaling blijkt dat deze zaak dus niet ter beoordeeling van de algemeene vergadering staat, maar geheel in handen is gelegd van het Bestuur, zij het dan ook onder zekere omstandigheden, nl. onder nadere goedkeuring van den Raad van Toezicht. Het is daarom dat deze zaak hier geen onderwerp van bespreking kan uitmaken, doch het Bestuur zijnerzijds wil wel naar aanleiding van dezen brief mcdedeelen, dat het te allen tijde met dit verlangen rekening zal houden, voor zoover dit mogelijk zou zijn. Applaus De heer Van Wichen. Mijne Heeren! Slechts een enkel woord, waarmede ik echter geen zaken wensch te behandelen. Voor wij uiteen gaan, wensch ik er de aandacht op te vestigen, en gij zult dat zeker wel met mij eens zijn, dat wij vandaag weer hebben mogen ondervinden, welk een kundigen, bekwamen Voor* zitter van den Raad van Toezicht en leider van de Algemeene Vergaderingen wij in den heer Westerdijk

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCRB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1913-1972 | 1913 | | pagina 100