Concept-huishoudelijk reglement van de
gemeenschappelijke Centrale Bank
Lidmaatschapsadministratie
Artikel 1
1. Elke coöperatieve bank, welke lid van de
Centrale Bank wenst te worden, moet aan
de Centrale Bank overleggen:
a. een aanvraag, volgens daarvoor door
de Centrale Bank vast te stellen formulier;
b. een exemplaar van het Bijvoegsel van
de Staatscourant, waarin haar statuten zijn
opgenomen;
c. een opgave van het aantal van haar le
den, van de namen van leden van het
Bestuur en van de Raad van Toezicht en
van de directeur(en).
2. De Centrale Bank vraagt alvorens over de
aanvraag te beslissen advies aan het be
stuur van de kring, in welks gebied de aan
vraagster is gevestigd.
3. Van haar beslissing geeft de Centrale
Bank zo spoedig mogelijk kennis aan de
aanvraagster.
Artikel 2
1. Elk lid verstrekt aan de Centrale Bank een
opgave van de namen, voornamen, ge
boortedata, beroepen en adressen van de
leden van zijn Bestuur en van zijn Raad van
Toezicht en voorts een opgave van de wij
zigingen welke deze colleges ondergaan.
2. Elk lid zendt jaarlijks zijn begroting alsook
zijn jaarstukken toe aan de Centrale Bank
binnen een door haar te stellen termijn en
in de door haar vast te stellen vorm.
Geldverkeer
Artikel 3
1. Het verzenden van geld en andere waar
den door de leden aan de Centrale Bank
moet geschieden op de door de Centrale
Bank voorgeschreven wijze en onder de
door haar te stellen voorwaarden.
2. Het aanvragen bij de Centrale Bank van
gelden en andere waarden moet geschie
den op de door de Centrale Bank voorge
schreven wijze.
3. De directie van het lid is verplicht na ont
vangst van de gelden de daarbij gevoegde
kwitantie onmiddellijk ondertekend terug
te zenden.
Artikel 4
1De Centrale Bank boekt de stortingen door
en ten behoeve van haar leden alsook hun
disposities op een rekening-courant.
2. Elke wijziging van deze rekening wordt
onverwijld door middel van een dagaf
schrift verantwoord.
3. Eventuele bezwaren tegen de toegezon
den afschriften van de rekening-courant
moeten binnen veertien dagen na ont
vangst ervan schriftelijk aan de Centrale
Bank worden medegedeeld.
4. De toezending van afschriften kan ook ge
schieden door of door bemiddeling van de
accountant, die met de controle van de ad
ministratie van de Centrale Bank is belast;
in dat geval moeten de leden binnen veer
tien dagen na ontvangst eventuele bezwa
ren aan hem kenbaar maken.
5. Wanneer de Centrale Bank of de accoun
tant aan de leden nog andere stukken ter
95