Bestuur, de Centrale Bank of de door de Centrale Bank aangewezen personen of instanties dit verlangen. 5. De directeuren geven leiding aan en hou den toezicht op de handelingen van de eventuele onderdirecteuren en van het ver dere personeel. 6. Schorsing en ontslag van een directeur of onderdirecteur geschiedt door het Bestuur; de schorsing respektievelijk het ontslag wordt onverwijld ter kennis gebracht van de Raad van Toezicht en van de Centrale Bank. Van de kennisgeving, indien monde ling geschied,zal uiterlijk op de eerstvol gende werkdag een schriftelijke bevesti ging volgen. Overige werknemers Artikel 49 1. De werknemers van de Bank, die geen di recteur of onderdirecteur zijn, worden be noemd, geschorst en ontslagen door het Bestuur. 2. Het Bestuur pleegt overleg met de Centra le Bank over het algemene personeelsbe leid. Arbeidscontract Artikel 50 1. De werknemers ontvangen bij hun indienst treding een schriftelijke arbeidsovereen komst danwel een aanstellingsbrief waar in wordt verwezen naar de door de Bank vastgestelde algemene arbeidsvoorwaar den. 2. In de arbeidsovereenkomst moet worden bepaald: a. dat behoudens ontheffing door de Cen trale Bank het uitoefenen van enig beroep of functie in de geld- en effectenhandel, het optreden als tussenpersoon op gebied van de assurantie- en reisbemiddeling of het uitoefenen van andere beroepen en functies, welke de Centrale Bank als on verenigbaar mocht aanwijzen aan deze personen is verboden. b. dat de werknemers verplicht zijn tot ge heimhouding, als omschreven in artikel 51. Geheimhouding Artikel 51 1. Behoudens aan daartoe aangewezen func tionarissen van de Centrale Bank, aan wie op hun verzoek alle ter zake dienende in lichtingen moeten worden verstrekt en be houdens aan andere daartoe door de Cen trale Bank aangewezen instanties, zal nie mand aan derden inlichtingen mogen ver strekken omtrent hetgeen hem in verband met zijn werkzaamheden of anderszins uit hoofde van zijn functie bij de Bank ter ken nis is gekomen; een en ander behoudens anders luidende voorschriften van de wet. Deze geheimhoudingsplicht zal door de be trokkenen ook na beëindigen van hun werkzaamheden bij de Bank strikt in acht moeten worden genomen. 2. Schending'van de verplichting tot geheim houding zal aanleiding kunnen zijn tot schorsing of ontslag onverminderd de aan sprakelijkheid van de betrokkene tot ver goeding van de door hem veroorzaakte schade. 82

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 82