81
e. het verstrekken van geldleningen en
kredieten in rekening-courant ten aanzien
waarvan volgens de zogenaamde liquidi
teitsregeling of volgens eventuele andere
regelingen, tot het vaststellen waarvan de
Centrale Bank krachtens haar statuten be
voegd is, die goedkeuring nodig is
f. het verstrekken van geldleningen en
kredieten in rekening-courant aan, alsook
het verlenen van garanties of borgtochten
ten behoeve van leden van de Raad van
Toezicht, het Bestuur of van het personeel
van de Bank;
g. het verstrekken van geldleningen en
kredieten in rekening-courant aan respek-
tievelijk het verlenen van borgtochten of
garanties ten behoeve van een cliënt en
- zo deze is gehuwd - zijn echtgenoot te
zamen, zodra daarmede een bij huishoude
lijk reglement te bepalen bedrag wordt
overschreden;
h. de niet met name in deze statuten ge
noemde werkzaamheden of handelingen
bedoeld in artikel 2 lid 1 sub c en d;
i. het wijzigen van verbintenissen en over
eenkomsten alsook van de eventueel daar
bij behorende zekerheidsrechten, indien
voor het aangaan van de overeenkomsten
de goedkeuring van de Centrale Bank no
dig is geweest;
2. De schriftelijke goedkeuring van de Cen
trale Bank is voorts vereist naast de goed
keuring van de Raad van Toezicht in de
gevallen, bedoeld in artikel 44 lid 1 letters
i t/m q, met dien verstande echter, dat de
bij huishoudelijk reglement te bepalen be
dragen waarbij de goedkeuring van de
Centrale Bank zal zijn vereist, kunnen af
wijken van die welke voor goedkeuring van
de Raad van Toezicht worden vastgesteld.
3. De schriftelijke goedkeuring, welke krach
tens dit artikel wordt vereist, kan gegeven
worden in de vorm van een algemene
goedkeuring.
Informatieplicht
Artikel 47
Het Bestuur is verplicht aan de Raad van Toe
zicht alle door hem gewenste inlichtingen te
verschaffen, hem desgewenst de kas en de
waarden te tonen en inzage in de administra
tie en verdere bescheiden van de Bank te ge
ven.
Directeuren, onderdirecteuren
Artikel 48
1Het Bestuur benoemt een of meer directeu
ren en - eventueel - onderdirecteuren. Het
Bestuur pleegt bij de benoeming van deze
personen overleg met de Centrale Bank.
2. De directeuren hebben de leiding van de
organisatie van de dagelijkse gang van za
ken bij de Bank. Met inachtneming van het
bepaalde in artikel 43 lid 1 letter b kunnen
aan hen daden van bestuur en beheer wor
den overgelaten en opgedragen.
3. De directeuren nemen met raadgevende
stem deel aan de vergaderingen van de
Raad van Toezicht en van het Bestuur,
voorzover door het desbetreffende college
niet anders wordt beslist.
4. De directeuren doen regelmatig rekening
en verantwoording aan het Bestuur. Zij
verlenen inzage van de administratie, de
verdere bescheiden en de kas van de Bank
en verstrekken inlichtingen, zo dikwijls het