en het oprichten van of het deelnemen door de Bank, zowel financieel als rech tens, in rechtspersonen; p. het aangaan van alle andere verbinte nissen en overeenkomsten - uitgezonderd de overeenkomsten van geldlening en van kredietverstrekking in rekening-courant - indien het belang dat met zulke verbinte nissen en overeenkomsten is gemoeid, een bij huishoudelijk reglement te bepalen be drag te boven gaat; q. het wijzigen van verbintenissen en over eenkomsten alsook van de eventueel daar bij behorende zekerheidsrechten, indien voor het aangaan van de overeenkomsten de goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig is geweest. 2. Indien de Raad van Toezicht tengevolge van onvolledigheid buiten staat is een be sluit tot goedkeuring te geven en een spoe dige beslissing noodzakelijk wordt geacht, kan de goedkeuring van de Centrale Bank in de plaats treden van die van de Raad van Toezicht. De Centrale Bank zal deze goed keuring slechts geven na de beschikbare leden van de Raad van Toezicht te hebben gehoord. Artikel 45 Indien de Raad van Toezicht in een geval, waarin het Bestuur zijn goedkeuring behoeft, deze goedkeuring niet verleent, en het Be stuur zijn voorstel niet wenst te wijzigen en het bovendien betreft een aangelegenheid waarvan afdoening noodzakelijk is, zal de Raad van Toezicht of het Bestuur zich tot de Centrale Bank wenden met het verzoek ad vies uit te brengen. Indien de Centrale Bank, na beide colleges te hebben gehoord, adviseert tot goedkeuring van het besluit van het Bestuur van de Bank, treedt dit advies in de plaats van een goed keuringsbesluit van de Raad van Toezicht van de Bank. Het advies tot goedkeuring als hier bedoeld, geldt tevens als goedkeuring van de Centrale Bank, ingeval deze goedkeuring door artikel 46 mocht worden vereist. Goedkeuring door de Centrale Bank Artikel 46 1. De schriftelijke goedkeuring van de Cen trale Bank is vereist voor: a. het verstrekken van geldleningen, kre dieten in rekening-courant, garanties of borgtochten onder andere zekerheid dan hetzij hypotheek op de volle eigendom van onroerende goederen, hetzij onder pand van effecten voorzover deze in arti kel 4 lid 3 van de statuten omschreven staan, hetzij borgstelling; b. het verstrekken van geldleningen en kredieten in rekening-courant tegen een vaste rente en voorts het verstrekken van geldleningen, kredieten in rekening-cou rant, garanties en borgtochten, welke niet onmiddellijk, met inachtneming van een termijn van ten hoogste drie maanden, op zegbaar zijn; c. het aanvaarden van borgtochten zodra deze een bij huishoudelijk reglement te be palen bedrag per borg te boven gaan; d. het verstrekken van geldleningen, kre dieten in rekening-courant aan, alsook het aanvaarden van een borgstelling of garan tie van een rechtspersoon of maatschap; 80

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 80