Artikel 36
Samenstelling
1Het Bestuur bestaat uit drie natuurlijke per
sonen. Het Bestuur wordt door de Alge
mene Vergadering uit de leden van de
Bank gekozen.
2. Het Bestuur wijst uit zijn midden een voor
zitter en een secretaris alsmede hun
plaatsvervangers aan.
3. De bepalingen van artikel 29 lid 3 t/m 7 zijn
van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat de voordracht van kandida
ten voor het Bestuur kunnen worden ge
steld door het Bestuur onder goedkeuring
van de Raad van Toezicht, onverminderd de
mogelijkheid van kandidaatstelling door de
leden zoals omschreven.
Artikel 37
Ontstentenis van een bestuurslid
De leden van de Raad van Toezicht zijn te
vens plaatsvervangend lid van het Bestuur.
Indien en voor zover het Bestuur bij ontsten
tenis van een of meer van zijn leden geen be
sluiten zou kunnen nemen tengevolge van
het bepaalde in artikel 41 lid 1, wijst de Raad
van Toezicht na overleg met het Bestuur uit
zijn midden een of meer plaatsvervangers
aan, die de opengevallen plaats(en) in het Be
stuur tijdelijk zal (zullen) innemen. Deze
plaatsvervanger(s) blijft (blijven) in functie tot
de eerstvolgende bijeenkomst van de Alge
mene Vergadering of tot het tijdstip waarop
het betrokken bestuurslid zijn werkzaamhe
den heeft hervat.
Op een lid van de Raad van Toezicht dat tij
delijk als bestuurslid fungeert is het bepaalde
in artikel 52 lid 2 van toepassing.
Artikel 38
Tussentijdse functiebeëindiging
1. Een bestuurslid verliest zijn functie als be
stuurslid zodra hij ophoudt lid te zijn van
de Bank, in staat van faillissement is ver
klaard, surséance van betaling heeft aan
gevraagd of onbekwaam is verklaard tot
het aangaan van verbintenissen.
Hij verliest deze functie voorts, indien hij
een beroep of functie aanvaardt, welke in
artikel 52 onverenigbaar is verklaard met
het bestuurslidmaatschap.
2. Een bestuurslid, dat zijn functie door op
zegging of verhuizing voortijdig doet eindi
gen, blijft die functie waarnemen tot de
eerstvolgende bijeenkomst van de Algeme
ne Vergadering, indien en voor zover het
anders onmogelijk zou zijn te voldoen aan
het bepaalde in artikel 41 lid 1
3. Een lid van het Bestuur kan te allen tijde
door de Algemene Vergadering worden
geschorst of ontslagen.
4. Een bestuurslid, dat zijn taak naar het oor
deel van de Raad van Toezicht niet behoor
lijk vervult, kan door die Raad worden ge
schorst.
In dat geval moet de Algemene Vergade
ring binnen dertig dagen over de handha
ving of het ontslag van het betrokken be
stuurslid beslissen.
De schorsing vervalt als de Algemene Ver
gadering niet binnen genoemde termijn van
dertig dagen is bijeengekomen.
77