Centrale Bank worden nageleefd. Hij heeft inzonderheid tot taak: a. een beslissing te geven in de gevallen waarin ingevolge de artikelen 17 lid 5, 36 lid 3, 44 en 57 lid 2 de goedkeuring van de Raad van Toezicht is vereist; b. in beroep te beslissen over ontzetting van een lid uit het lidmaatschap van de Bank, zoals voorzien in artikel 13 lid 4; c. zo nodig een bestuurslid te schorsen; d. de Algemene Vergadering bijeen te roe pen als de statuten of de belangen van de Bank dit vereisen; e. zorg te dragen dat bij ontstentenis van een bestuurslid de in artikel 37 voorge schreven plaatsvervanging plaatsvindt; f. erop toe te zien dat de door de Centrale Bank gevraagde opgaven en inlichtingen tijdig worden verstrekt; g. de ingevolge artikel 55 jaarlijks door het Bestuur op te maken jaarrekening te on derzoeken en van de bevindingen van dit onderzoek verslag uit te brengen aan de Algemene Vergadering; h. in samenwerking met de deskundigen, die met de controle zijn belast, erop toe te zien dat de administratie van de Bank en in het bijzonder de jaarrekening wordt gevoerd respektievelijk opgemaakt met in achtneming van de voorschriften en aan wijzingen welke de Centrale Bank ingevol ge artikel 56 lid 2 kan geven; i. de vacatiegelden en vergoedingen voor de bestuursleden vast te stellen overeen komstig het bepaalde in artikel 39. 2. Een van de leden van de Raad van Toe zicht, dat daartoe door de Raad is aange wezen, heeft te allen tijde het recht de administratie en de verdere bescheiden van de Bank op hun juistheid te onderzoe ken. 3. De Raad van Toezicht heeft het recht zich bij het toezicht, bedoeld in lid 1 van dit ar tikel, door een deskundige van de Centra le Bank te doen bijstaan op kosten van de Bank. Artikel 29 Samenstelling 1. De Raad van Toezicht bestaat uit natuurlijke personen. De Raad van Toe zicht wordt door de Algemene Vergadering uit de leden van de Bank gekozen. 2. De Raad van Toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervanger en voorts, al dan niet uit zijn midden, een se cretaris aan. 3. De benoeming van de leden van de Raad van Toezicht geschiedt voor een bij huis houdelijk reglement vast te stellen termijn welke niet langer mag zijn dan vijf jaar (te rekenen van verplichte jaarvergadering tot verplichte jaarvergadering als bedoeld in artikel 55 lid 1), met dien verstande dat tel- kenjare zo na mogelijk een zelfde aantal, en in ieder geval tenminste een lid, perio diek aftredend zal zijn. 4. De Raad van Toezicht stelt zelf zijn rooster van aftreden vast en wel zodanig dat elk jaar zo na mogelijk een zelfde aantai leden aan de beurt van aftreden is. Een persoon, die in de Raad van Toezicht is gekozen ter vervanging van een lid, dat zijn functie voortijdig heeft beëindigd, neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger. 5. De kandidaten voor de Raad van Toezicht 74

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 74