2. De leden hebben het recht kosteloos in zage te nemen van de notulen van de Algemene Vergadering alsook van de jaarrekening, welke ingevolge artikel 55 lid 1 ter behandeling aan de Algemene Vergadering zal worden overgelegd. Zij hebben voorts het recht van genoem de stukken, tegen vergoeding van de kosten, een afschrift of uittreksel te vor deren. Artikel 16 De leden zijn verplicht om uiterlijk op het tijdstip, waarop hun lidmaatschap eindigt, alle door hen aan de Bank verschuldigde gelden, uit welken hoofde ook, te voldoen, tenzij alsdan uitstel van betaling mocht wor den toegestaan. Zij zijn voorts verplicht om uiterlijk op het tijdstip, waarop hun lidmaatschap eindigt, de Bank te ontheffen van de verbintenissen, welke deze door het stellen van zekerheid voor hen heeft aangegaan, tenzij alsdan - voor zover nodig met inachtneming van het bepaalde in artikel 46 lid 1 letter i - met de Bank anders mocht worden overeengekomen. Artikel 17 1. Zij die bij de ontbinding leden waren of minder dan een jaar tevoren hebben op gehouden leden te zijn, zijn tegenover de vereffenaars naar gelijke delen voor een tekort aansprakelijk. Indien de Bank wordt ontbonden door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard, wordt de termijn van een jaar niet van de dag der ontbinding, maar van de dag der faillietverklaring gerekend. 2. Kan op een of meer van de leden of oud leden het bedrag van zijn aandeel in het tekort niet worden verhaald, dan zijn voor het ontbrekende de overige leden en oud leden, ieder, mede naar gelijke delen, aan sprakelijk. Deze aansprakelijkheid bestaat ook, indien de vereffenaars afzien van verhaal op een of meer leden of oud-leden, op grond dat door de uitoefening van het verhaalsrecht een bate voor de boedel niet zou worden verkregen. Indien de vereffening geschiedt onder toezicht van personen, door de wet met dat toezicht belast, kunnen de vereffe naars van dat verhaal slechts afzien met machtiging van deze personen. 3. De aansprakelijke leden en oud-leden zijn gehouden tot onmiddellijke betaling van hun aandeel in een geraamd tekort, ver meerderd met 50 ten honderd of zoveel minder als de vereffenaars voldoende ach ten, tot voorlopige dekking van een nade re omslag voor de kosten van invordering en van het aandeel van hen, die in gebreke mochten blijven aan hun verplichting te voldoen. 4. Onverminderd het hierboven bepaalde zijn zij, van wie het lidmaatschap is geëindigd, op welke wijze ook, indien na afloop van het boekjaar, waarin of aan het einde waar van dat lidmaatschap eindigde, volgens de door de Algemene Vergadering goedge keurde balans, de schulden van de Bank haar bezittingen overtreffen, verplicht op eerste aanmaning van het Bestuur hun aan deel in dat tekort in de kas van de Bank te storten, van welk aandeel het bedrag ge lijk is aan dat van het totale tekort, ge- 68

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 68