64
behoudens ontheffing van deze bepaling
door de Centrale Bank.
3. De Bank heeft niet het oogmerk winst te
maken, anders dan noodzakelijk is voor de
vorming van een krachtige reserve, waar
naar bij voortduring dient te worden ge
streefd.
4. Alle handelingen van speculatieve aard zijn
uitdrukkelijk verboden.
Zekerheid
Artikel 4
1. Geldleningen, kredieten in rekening-cou
rant, garanties en borgtochten mogen
slechts worden verleend tegen door het
Bestuur voldoende geachte zekerheid.
Daarenboven zal in de gevallen, genoemd
in artikel 46 lid 1, de goedkeuring van de
Centrale Bank moeten zijn verkregen.
2. Indien de zekerheid bestaat uit hypotheek,
moet het met hypotheek te bezwaren goed
een overwaarde hebben van tenminste een
derde gedeelte van de geschatte waarde
van dat goed, tenzij nog andere zekerheid
wordt gesteld. De Bank houdt zich daarbij
aan de regels van taxatie, welke eventueel
door de Centrale Bank worden vastge
steld. Indien de zekerheid bestaat uit hypo
theek op schepen, op mede-eigendom of
op zakelijke rechten is het bepaalde in ar
tikel 46 lid 1 van toepassing.
3. Bestaat de zekerheid uit vaste rentedra
gende fondsen, welke officieel ter beurze
van Amsterdam zijn genoteerd, uit door de
Centrale Bank uitgegeven obligaties dan
wel uit pandbrieven, welke door de nv Boe-
ren-Hypotheekbank of door de Raiffeisen-
hypotheekbank nv ;zijn uitgegeven, dan
zal de overwaarde van deze onderpanden
ten minste 20% moeten bedragen, tenzij
nog andere zekerheid wordt gesteld. Indien
de zekerheid bestaat uit andere fondsen
dan in het vorenstaande genoemd, is het
bepaalde in artikel 46 lid 1 van toepassing.
4. In afwijking van hetgeen in het eerste lid
van dit artikel is voorgeschreven, kunnen
geldleningen en kredieten in rekening-cou
rant worden verstrekt tegen juridisch on
volwaardige zekerheid of zelfs zonder eni
ge speciaal bedongen zekerheid. Zulks is
echter uitsluitend toegestaan tot een zoda
nige omvang en looptijd en met inachtne
ming van alle verdere voorwaarden en be
palingen als de Centrale Bank zal vaststel
len.
5. Bij het verstrekken van geldleningen en
kredieten in rekening-courant zal, behou
dens ontheffing door de Centrale Bank,
steeds bedongen worden, dat de geldle
ning respektievelijk het krediet in reke
ning-courant terstond of op korte termijn
- uiterlijk 3 maanden - opeisbaar zal zijn.
Bij het stellen van borgtochten of garan
ties door de Bank moet steeds worden
bepaald, dat de borgtochten respektieve
lijk garanties te allen tijde opzegbaar zul
len zijn met een termijn welke, behoudens
ontheffing door de Centrale Bank, niet
langer mag zijn dan een jaar.
Spaarbank
Artikel 5
1. De Bank kan een of meer afzonderlijke
spaarbanken stichten, welke door haar Be
stuur, onder toezicht van de Raad van Toe
zicht, zullen worden beheerd.