ring tenminste viermaal per jaar bijeenkomen.
Dit staat niet met zoveel worden in artikel 27
van de statuten, maar volgt uit artikel 2 lid 2
van het Reglement voor de Centrale Kring
vergadering en uit artikel 3 van het Reglement
voor de Kringen. Daaruit blijkt dat de Kringen
tenminste tweemaal per jaar bijeenkomen, in
voor- en najaar en dat zowel vóór als na ieder
van deze kringvergaderingen de Centrale
Kringvergadering bijeenkomt.
Hiermede is voor de Centrale Kringvergade
ring een vergadersysteem gegeven, dat alle
mogelijkheden biedt om het overleg binnen de
gehele organisatie volledig tot zijn recht te
laten komen.
De functie van voorzitter van de Centrale
Ringvergadering wordt volgens artikel 32 door
de voorzitter van de Raad van Toezicht ver
vuld. De adviserende functie van de Centrale
Kringvergadering en de toezichthoudende
functie van de Raad van Toezicht hebben vol
doende verwantschap met elkaar om het voor
zitterschap aan de voorzitter van de Raad van
Toezicht op te dragen.
Artikel 35
Bij artikel 18 is reeds opgemerkt, dat de Krin
gen geen orgaan van de Centrale Bank zijn.
Zij vormen echter een zo belangrijk element in
de opbouw van het geheel in de organisatie,
dat de statuten er terecht uitgebreide aan
dacht aan schenken.
De overlegstructuur, in de vorm die de aan
gesloten banken al jaren kennen en die ook
in deze statuten is neergelegd, zou zonder de
Kringen ondenkbaar zijn. Met name de Cen
trale Kringvergadering zou zonder de Kringen
niet als overleg- en meningsvormingsorgaan
kunnen fungeren.
De Kringen hebben dan ook niet in de laatste
plaats een functie als onderbouw van de Cen
trale Kringvergadering. Deze laatste wordt
immers (zie artikel 26 lid 1gevormd uit de
besturen van de Kringen, welke besturen door
de Kringvergaderingen worden gekozen (ar
tikel 39 lid IDe leden van de Centrale Kring
vergadering zullen, ook al stemmen zonder
last of ruggespraak (zie artikel 30 lid 2), bij
de beraadslagingen of stemmingen in de Cen
trale Kringvergadering natuurlijk uiting kun
nen geven aan hetgeen er in hun Kring leeft
en hoe men daar denkt. Omgekeerd zullen zij
na een Centrale Kringvergadering aan hun
Kring kunnen vertellen wat er besloten is en
welke meningen in de vergadering naar voren
gekomen zijn. Artikel 39 lid 4 van de statuten
bepaalt dan ook terecht, dat de Centrale
Kringleden aan hun eigen Kring verslag moe
ten uitbrengen. Van dezelfde gedachte - het
bevorderen voor overleg en communicatie -
gaat artikel 8 van het Reglement voor de Cen
trale Kringvergadering uit, dat bepaalt dat aan
alle aangesloten banken zo spoedig mogelijk
een verslag van de Centrale Kringvergadering
wordt toegezonden.
Natuurlijk wordt de wisselwerking tussen de
Centrale Kringen en Kringen zeer bevorderd
doordat zowel de voorjaars- als de najaars
vergaderingen telkens worden voorafgegaan
en gevolgd door een Centrale Kringvergade
ring. Uit het bovenstaande blijkt dat de functie
van de Kring als onderbouw van de Centrale
Kring niet alleen een formele zaak is, maar een
wezenlijke inhoud heeft, want de Kringen
worden daardoor nauw bij het overleg en de
menigsvorming betrokken.
Naast deze functie moet op een aantal ande-
51