moeten vervullen.
Onder de woorden 'ter financiering van het
agrarisch bedrijfsleven' dient te worden ver
staan zowel de financiering van het agrarisch
bedrijf, dat door natuurlijke personen wordt
uitgeoefend, als de financiering van land
bouwcoöperaties.
Artikel 3
De aandacht wordt gevestigd op de woorden
'onder meer' in de eerste regel van dit artikel.
Deze woorden brengen met zich mee, dat dit
artikel geen opsomming geeft van élle taken
van de Centrale Bank. Door 'onder meer' is
de mogelijkheid opengelaten, dat de Centrale
Bank ook nog op andere wijzen dan hier ge
noemd haar taak vervult.
Bovendien zijn de bewoordingen van het arti
kel zodanig gekozen, dat zij een ruime uitleg
toelaten. Als, bij voorbeeld, in punt 4 sprake
is van het nemen van initiatieven in het be
lang van de administratie, dan zijn daaronder
ook begrepen initiatieven terzake van het ge
bruikmaken van computers of van een compu
tercentrum. Evenzo omvat het in punt 6 ge
noemde verspreiden van kennis en inlichtin
gen tevens personeelsopleiding, voorlichting
op economisch en sociaal terrein enzovoort.
Artikel 13 onder m
Deze bepaling behandelt de verhouding tus
sen de aangesloten banken onderling, huise
lijk gezegd hun dagelijkse omgang met el
kaar. Die omgang moet de aard hebben van
een goede samenwerking en iedere bank is
gehouden deze goede samenwerking met de
andere leden van de Centrale Bank te bevor
deren. Dat is de plicht van de plaatselijke
bank, juist omdat zij coöperatief georgani
seerd is en met vele gelijk georganiseerde
andere banken lid is van één en dezelfde Cen
trale Bank. De verantwoordelijkheid voor die
goede samenwerking is dan ook terecht in
eerste instantie op de plaatselijke banken zelf
gelegd.
De bepaling brengt de samenwerking vervol
gens in het bijzonder in verband met de werk
gebieden. Ook daar geldt, dat als er verschil
van mening tussen twee of meer banken
mocht zijn, zij in de eerste plaats moeten
trachten zelf in goed onderling overleg hun
meningsverschillen ten aanzien van het werk
gebied op te lossen. Dat eist de goede sa
menwerking tussen de leden. Voor het geval
echter in onderling overleg tussen de be
trokken banken het meningsverschil over de
werkgebieden niet tot oplossing gebracht kan
worden, biedt de besproken bepaling een weg
om tot oplossing te geraken. Een weg echter,
die alleen openstaat als aan een zeer belang
rijke voorwaarde is voldaan! Die voorwaarde
is, dat het bestuur van de Kring van de of van
een der betrokken banken tot het oordeel
moet zijn gekomen, dat de 'harmonie op dit
punt' is verstoord.
Niet ieder meningsverschil ten aanzien van de
werkgebieden behoeft de harmonie tussen de
op dat punt tegenover elkaar staande banken
te verstoren, maar het is mogelijk, dat de ont
wikkelingen in de onderlinge verhoudingen
zo'n ernstige wending nemen, dat het Kring-
bestuur wel moet concluderen, dat de har
monie verstoord is.
Alleen wanneer dat het geval is, wordt de
Raad van Beheer bij het geschil betrokken.
Deze zal overleg plegen met de banken, die
46