kenrechten, welke op de nieuwe Centrale
Bank zullen overgaan.
Toelichting
Artikel 2 onder a
De coöperatieve banken zijn lang uitsluitend
als landbouw/kredietbanken gezien. Terecht,
want bij de oprichting van deze banken was
de landbouwfinanciering het voornaamste
doel en het bedrijf van de banken bestond
voor het grootste deel uit het verlenen van
landbouwkrediet.
In het recente verleden hebben de coöpera
tieve banken echter al meer hun bedrijf ont
wikkeld tot dat van een algemene bank. De
agrarische kredietverlening is daardoor niet
meer het enige kenmerk van het bedrijf van
deze banken, al blijft zij daarvan een belang
rijk deel uitmaken.
In overeenstemming met de door deze ont
wikkeling ontstane situatie wordt in artikel 2
gesproken van 'coöperatieve banken' in
plaats van Tandbouwkredietbanken'. Tegen
het woord 'landbouwkredietbanken' geldt bo
vendien het bezwaar, dat het niet in overeen
stemming is met de terminologie van de ko
mende nieuwe wet Toezicht Kredietwezen.
Deze wet spreekt niet meer van 'landbouw
kredietbanken', maar van 'coöperatieve ban
ken', omdat door de bovenbedoelde ontwik
keling deze banken zich thans voornamelijk
daardoor van algemene banken onderschei
den, dat zij een coöperatief karakter hebben
en zijn aangesloten in een coöperatief ver
band bij een centrale coöperatie.
'Coöperatieve banken' is dus de meest karak
teristieke benaming voor de in artikel 2 be
doelde leden.
Gezien de wordingsgeschiedenis van de coö
peratieve banken en van hun centrale banken,
met name gezien het feit, dat de organisatie
van ouds gespecialiseerd is - en dat wil blij
ven - op het terrein van de agrarische finan
ciering, ligt het echter voor de hand een ze
ker accent te leggen op de financieringstaak
ten aanzien van de land- en tuinbouw.
Dit accent zal niet gelegd mogen worden door
in artikel 2 onder a de laatste zinsnede te ver
anderen in 'in het bijzonder ter financiering
van het agrarisch bedrijfsleven'. Dat zou in
strijd zijn met de ontwikkeling naar een bre
der, algemeen werkterrein, die de banken ver
tonen.
Door de woorden 'in het bijzonder' zou im
mers statutair worden vastgelegd, dat de fi
nanciering van het agrarisch bedrijfsleven bij
de aangesloten banken in de eerste plaats
moet komen. De banken zouden hierdoor ook
in hun verdere ontplooiing te veel aan banden
gelegd worden.
In de voorgestelde tekst van artikel 2 onder a
wordt het bedoelde accent bereikt door te
spreken van 'mede ter financiering van het
agrarisch bedrijfsleven'Door het met name
noemen van deze specifieke activiteit, ove
rigens zonder dat van voorrang boven andere
activiteiten sprake is, wordt toch onder
streept, dat de banken een duidelijke finan
cieringstaak ten aanzien van de land- en tuin
bouw hebben. Andere specifieke financie-
ringstaken worden niet genoemd. Het is ech
ter duidelijk, dat de coöperatieve banken, me
de gezien de herkomst van haar middelen,
ook nog andere taken op financieringsterrein
45